zaterdag 22 november 2008

10 tips

Om zoveel mogelijk last te hebben van een jet lag:
  1. Slaap vooral niet op het vliegtuig
  2. Plan een feest onmiddellijk na je landing op Zaventem
  3. Zorg dat er tegen de avond nog een concert op de agenda staat
  4. Blijf niet liggen als je om 3u 's morgens wakker schiet, maakt niet uit hoe moe je bent
  5. Prop je dagen stampvol zodat je constant in de weer bent, dan denk je niet aan slapen
  6. Ga niet naar bed wanneer je moe bent, wacht tot 's avonds laat, tot de vermoeidheid terug een beetje zoek raakt
  7. Zorg dat je op een conferentie instaat voor de spellenavond, en breek de leute niet af voor 2u30 's morgens
  8. Zorg dat je de laatste sessie geeft op die conferentie waardoor je geest een hele week bezet is
  9. Zorg dat je na een rit van Eindhoven naar Gent door wind, sneeuw en regen naar de Zesdaagse van Gent gaat op de eerste avond dat je geest vrij is
  10. Ga nog niet onmiddellijk slapen als je thuis komt tegen 2u, kijk eerst nog naar Wallace and Gromit

zondag 16 november 2008

Afkomst

De Art Gallery of Ontario was lange tijd gesloten omwille van werken, en vrijdag was uiteindelijk de langverwachte grote opening. Het hele weekend kon je gratis de immense gallerij betreden en voor de gelegenheid was het sluitingsuur verlaat tot middernacht. Aangezien ik ondertussen terug in België ben - ook al heb ik dit artikel op Canadese bodem geschreven -, kon ik niet anders dan vrijdagavond een kijkje gaan nemen in dit prachtige gebouw, op slechts een dikke kilometer van mijn appartementje in Toronto. Al een paar weken geleden had ik met Allison afgesproken, dus gisteren tegen 7u 's avonds zagen we elkaar op de hoek van Dundas en University Street.
Wanneer we echter langs de voorkant van het gebouw liepen en op zoek waren naar het achterste van de lijn geïnteresseerde wachtenden, kon ik mijn ogen bijna niet geloven. Niet om de hoek, niet achter de tenten die waren bedoeld om geduldige bezoekers te beschermen tegen de regen, niet achter de eerste honderd meter, maar ruim een blok verder, ruim 400 meter verder - volgens Google maps was de rij iets over 440 meter lang - stond de laatste in de rij te wachten! In termen van lengte was dit waarschijnlijk de langste die ik ooit heb gezien, al kwam de check-in rij in Mumbai luchthaven op 2 mei dit jaar enorm dicht in de buurt. Maar de verhouding lengte van de rij over het geduld waarmee de wachtenden die rij te lijf gingen had ik zelfs in mijn stoutste dromen niet voor mogelijk geacht. Ik stond sprakeloos wanneer Allison zonder morren achteraan plaats nam, wel-is-waar met een lichte glimlach op het aangezicht omwille van de belachelijke afstand die we al aanschuivend zouden moeten volmaken. Fascinerend was het!
Terwijl wij al richting ingang van de gallerij aan het kruipen waren, zagen we nog steeds mensen passeren op zoek naar het enige plaatsje om in te schuiven, achteraan. Ik maakte Allison mijn ongeloof duidelijk en verwees naar het feit dat in België met absolute zekerheid tal van mensen in het midden van de rij zouden proberen infiltreren, en het gemor de algemene gemoedstoestand zou kelderen. En plots besefte ik: Canada heeft dit geërfd van de Britten.
Ik herinner mij nog steeds de introductie die we kregen bij de voorbereiding van onze Londen-reis in de vierde humaniora. "Als je een bus of een metro wil opstappen, ga dan naast de deuren staan en laat de mensen eerst uitstappen alvorens je zelf probeert op te stappen." Nu lijkt het mij vanzelfsprekend, maar ik weet goed dat slechts dan tot mij doordrong dat dit toen in België helemaal geen gewoonte was. 
We kwamen tot de constatatie dat culturele erfenis een verschrikkelijk bizar gegeven is. Enerzijds oefent de Britse kroon nog steeds een invloed uit, maar anderzijds woont het overgrote merendeel van de Canadezen op slechts een paar uur rijden van de grens met hun zuiderburen, en verwacht je in alles een veel grotere invloed van de Verenigde Staten dan van gelijk welk ander volk. In eetcultuur, financiën, taal en op tal van andere vlakken is deze Amerikaanse invloed absoluut aanwezig, maar als het op hoffelijkheid en oplijnbaarheid aankomt, is een doorsnee Canadees een blauwdruk van een equivalent in Groot-Brittanië.
Niet alleen bij een gratis openingsavond van een gallerij, maar ook op uitgaansnachten is aanschuiven één van de verplichte activiteiten wanneer je een pint wil gaan drinken in een populaire pub. Terwijl ik zelfs geen seconde wil overwegen om in een rij te gaan staan voor een plaatsje aan de bar, kan je op tal van plaatsen lange rijen mensen zien die goedgemutst langs de kant van het trottoir wachten tot wanneer de buitenwipper vindt dat er plaats genoeg is voor nieuw volk. In de metro waan je je bijna in Londen, en op de snelweg zal je zelden auto's tegen hoge snelheid zien bumperen
En terwijl ik dit hier schrijf zie ik mensen aanschuiven om hun plaatsje op het vliegtuig in te nemen. Ik laat het aan mij voorbij gaan. 35a is het nummer van de zetel met mijn naam op, en die zal er binnen 15 minuutjes ook nog zijn.

donderdag 13 november 2008

Herdenken

Als kind was ik ervan overtuigd dat we op 11 november een dagje vrij kregen om ons nieuwe speelgoed uit te proberen. Ik ben namelijk opgegroeid in Lede bij Aalst, en het is een publiek geheim dat daar de echte Sint langs komt, hij doet dit niet op 6 december, maar bijna een volledige maand vroeger. Sint-Maarten is een uiterst wijze, maar oude man, en hij kan dus onmogelijk in één nacht alle daken van België, laat staan van de wereld, beklimmen om al dat lekkers en speelgoed in de schouw te laten zakken. Hij heeft zijn werkdomein noodgedwongen beperkt tot de streek rond Aalst - en nog ergens een uithoek van het land, als ik mij niet vergis. Een horde helpers zorgt ervoor dat iedereen op 6 december dezelfde behandeling krijgt. Maar, zoals ik al schreef, de enige echte komt langs op 11 november, ik vond het dus maar normaal dat de schooldirecteur die dag de kindjes verlof gunt.
Pas vele jaren later besefte ik dat op deze dag ook de wapenstilstand tijdens de eerste wereldoorlog wordt aangehaald voor de herdenking van alle oorlogsslachtoffers en soldaten die hun land dienden, en ook nu nog hun families achterlaten om dit te doen. Als lid van het Engelse Gemenebest werd Canada betrokken bij de eerste wereldoorlog, de talrijke oorlogsgraven in de westhoek getuigen daar vandaag nog steeds van, de duizenden namen van nog altijd vermiste soldaten op de Menenpoort in Ieper worden jaarlijks gelezen door velen van hun landgenoten.
Voor het eerst kreeg ik een glimp te zien van de diepe wonden die beide wereldoorlogen in de Canadese zielen heeft geslaan, wanneer ik vorig jaar met Allison een aantal van die oorlogsmonumenten bezocht. Ik stond versteld van haar kennis, interesse en betrokkenheid. En sinds ik hier woon, en tal van mensen me aanspreken over wat er tijdens de oorlogen is gebeurd, weet ik dat dit medeleven in iedereen aanwezig is. En elkeen is zich bewust van de ernst van de gebeurtenissen, mijn inziens meer dan de gemiddelde Vlaming.
Maar wat ligt precies aan de basis van deze betrokkenheid, waarom zijn deze mensen ook vandaag nog zo onder de indruk van wat zich 90 jaar terug terug op meer dan 5000 km van hun bed afspeelde? Het antwoord is te vinden in de film Passchendaele - in het Engels als passion-dale uitgesproken -, die deze zomer tijdens het filmfestival werd voorgesteld. De slag om Passendale was een onderdeel van de derde slag om Ieper tijdens de eerste wereldoorlog, en wordt in Engelstalige literatuur als één van de belangrijkste gebeurtenissen van die oorlog beschouwd. Zelfs de metal band Iron Maiden heeft er een nummer aan gewijd. Maar Passchendaele was voor Canada veel meer dan een veldslag in een afschuwelijke oorlog. Het was de eerste keer dat het als onafhankelijke natie, los van het Britse Koninkrijk, zijn rol opeiste in de wereldpolitiek. Het was als het ware de sluitsteen van de staat. Canada startte de oorlog onder de Britse kroon, en verliet hem als een onafhankelijke natie.
Geen wonder dat naar deze gebeurtenissen wordt gerefereerd in het nationale volkslied O Canada, geen wonder dat voor het oude stadhuis van Toronto een oorlogsmonument aan deze slag herinnert. Geen wonder dat precies daar een paar duizend mensen de barre koude trotseerden op de elfde dag van de elfde maand, gesaluteerd door een passage van militaire vliegtuigen om precies elf over elf. Jong en oud, militair en burger, blank en zwart, allemaal getooid met een poppy, een symbool herinnerend aan de Vlaamse velden, beschreven in In Flanders Fields, een gedicht dat de Canadese Luitenant Kolonel John McCrae neerpende in de loopgraven. Hij zou de oorlog nooit levend verlaten. Het gedicht is waarschijnlijk het bekendste oorlogsgedicht ooit, en staat gegraveerd aan de ingang van de Pax poort in Diksmuide. Talrijke Vlaamse dichters hebben het vertaald, net als Tom Lanoye.

In Vlaamse velden (Tom Lanoye, 2000)
In Vlaamse velden klappen rozen open
Tussen witte kruisjes, rij op rij,
Die onze plaats hier merken, wijl in 't zwerk
De leeuweriken fluitend werken, onverhoord
Verstomd door het gebulder op de grond.
Wij zijn de doden. Zo-even leefden wij.
Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken.
Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij
In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust.
Toe: trekt gij ons krakeel aan met de vijand.
Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel.
Houd hem hoog. Weest gij de helden. Laat de doden
Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch
Vrede - ook al klappen zoveel rozen open
In zovele Vlaamse velden.

maandag 10 november 2008

Steentjes

The Nature of Diamonds heet de tentoonstelling die momenteel in het ROM loopt. En aangezien België in het buitenland bekend is voor bier, chocolade en diamanten, vond ik het belangrijk een kijkje te gaan nemen, al was het maar om te zien in welke mate Antwerpen was vertegenwoordigd.
Ik was op stap met een Australische studente Frans, dus ik was blij dat de uitleg bij de tentoonstelling in beide landstalen was beschreven. Een schitterende opportuniteit voor haar om een paar woordjes bij te leren over deze speciale steensoort. Maar na een hartelijke welkom was er geen enkele letter Frans meer te bespeuren, tenzij dan Louis in het bordje bij een diamanten ring ten tijde van Louis XIV. Tot zover dus de Canadese tweetaligheid, tot zover de Franse les. Tot zover ook mijn dominantie wat talenkennis betrof, vanaf dan nam zij de scepter over...
Want hetzelfde nadeel als bij het jaarlijkse vuurwerk tijdens de Gentse feesten kwam ook hier duidelijk naar boven. Voor mij is diamant diamant, de extreem gele en zwarte soorten kan ik nog enigszins van de doorzichtige onderscheiden, maar alle andere schakeringen zijn voor mij één grote pot nat. En aangezien de helft van de tentoonstelling aan de verschillende kleuren van de steentjes was gewijd, was er voor mij niet altijd evenveel te beleven. Mijn kleurenblindheid heeft vorige week trouwens ook weer danig opgespeeld. "Ga jij dat shirt aantrekken voor een rock concert?" was de vraag. "Wat is er mis met dit groene T-shirt?" repliceerde ik zo snel ik kon... tot wanneer bleek dat mijn lievelingsshirt van deze zomer roze was... Ik was duidelijk ondergeschikt aan het kleurenonderscheidingsvermogen van mijn mede museumbezoeker.
Maar reeds van voor we de tentoonstelling binnenstapten had ik duidelijk gemaakt dat Antwerpen de hoofdstad van de diamantnijverheid was, de slijpspecialisten in 't Stad te vinden waren en de ruwe diamant destijds van onze kolonie kwam. België was als het ware de Brussel Nieuwstraat, of op zijn minst Antwerpen Meir op het speelbord van de diamantenmonopolie. Hierover wist ik meer, in kennis van de diamantenindustrie kon ik absoluut mijn dominante zelf laten zegevieren. Maar hoe langer we van de ene steen naar de andere liepen - uiteraard allemaal beschermd door dikke glazen wanden - werd duidelijk dat Antwerpen zelfs niet één keer zou worden vermeld. Wanneer ze dan ook nog eens duidelijk maakte dat haar pa juwelier was, had ik alweer geen woorden meer toe te voegen.
Gedomineerd op alle vlakken, slenterde ik door de tentoonstelling met mijn nochtans uiterst charmante metgezel. En terwijl ik de schitteringen tot mij liet komen bedacht ik plots het volgende: wat is er zo speciaal aan een diamant? Wat maakt een diamant meer waard dan een, zeg maar, bergkristal? Als je een kind met beide steentjes confronteert, zal het dan meer aandacht schenken aan de duurste? Uiteraard, diamanten hebben door hun hardheid een belangrijke functie in de industrie, maar de steentjes die voor deze doeleinden worden gebruikt worden al jarenlang gekweekt in laboratoria. Is het dan niet belachelijk dat we tientallen keren meer geld besteden aan een diamant dan aan gelijk welk ander mooi steentje, omdat het een diamant is? Is het dan niet schandalig dat jaarlijks miljoenen en miljoenen worden geïnvesteerd in diamantenmijnen en mensen in erbarmelijke omstandigheden moeten werken voor de ontginning? Diamanten, goud, ivoor en kruiden waren pasmunt tijdens het koloniale tijdperk, maar ook nu nog worden regio's uitgebuit voor hun natuurlijke rijkdom. Rijkdom omwille van de mening die wij eraan geven. Rijkdom omwille van de schaarste, nu nog natuurlijke schaarste, maar straks schaarste door van overconsumptie en verspilling. Waarom is een diamant de betere steen, de dominatrix onder de edelstenen?
Neen, ik ben geen overtuigd liefhebber. Ik vind een mooie rots even mooi als een diamantje. Laat die diamant voor anderen maar andere steentjes domineren, maar voor mij niet.

woensdag 5 november 2008

Yes we can!

Iets na zeven was het toen ik via de site van CNN de eerste resultaten zag binnenlopen. Wat mij vooral opviel was dat er nog ongelofelijk veel Yankees voor het kamp van McCain kozen, een pak meer dan ik verwachtte. Maar van zodra meer en meer stemmen binnenliepen, werd duidelijk dat de Verenigde Staten op weg waren om de eerste Afro-Amerikaanse president in de geschiedenis van hun land te verkiezen.
Het volgende waar ik naar uitkeek was Obama's speech. Maar hoezeer ik ook zocht, er was op het net geen rechtstreekse uitzending te vinden voor Canada. Gelukkig kreeg ik rond half tien een berichtje dat de verkiezingen live konden worden gevolgd in de Bloor-cinema, dus sprong ik snel mijn fietsje op om mij naar ginder te begeven. In een mum van tijd zat ik in een tjokvolle cinemazaal samen met een paar duizend politiek geïnteresseerden, om het blauwe democratische balkje vooruit te schreeuwen, tot over de grens van 270 kiesmannen!
Senator Obama is de nieuwe president van de Verenigde Staten Van Amerika. De hele zaal schoot recht als had Canada de 1-0 binnengetrapt in de finale op de wereldbeker voetbal. Mensen begonnen spontaan te wenen, te dansen en te juichen, de woorden van de reporters werden bedolven onder vreugdekreten en konden nog nauwelijks worden gehoord, en al helemaal niet meer worden verstaan.
Eerst was het McCain's beurt om zijn troepen toe te spreken. In een vrij lange, en uiterst grootmoedige speech - in mijn mening de beste die ik hem ooit heb zien geven - respecteerde hij de mening van het volk en beloofde hij zijn beste beentje voor te zetten onder zijn president. Alleen de opmerking dat hij Sarah Paylin als één van de beste campagnevoerders ooit zag, werd op een spontaan hoongelach onthaald.
Maar niet lang daarna was het de beurt aan de toekomstige president van de Verenigde Staten. Begeleid door gejuich en een oorverdovend applaus beklom hij het podium. Een applaus dat tijdens zijn speech nooit volledig zou uitdoven, en opnieuw aan kracht won bijna elke keer wanneer het einde van een zin naderde. De finale van zijn rede werd aangevat met het verhaal van Ann Nixon Cooper, een 106-jarige zwarte vrouw. En telkens wanneer hij een paragraaf afsloot met "Yes, we can!" scandeerden alle aanwezigen uit volle borst als antwoord "Yes we can!
Barack Obama is verkozen tot president van de Verenigde Staten van Amerika, en Toronto zag dat het goed was...

dinsdag 4 november 2008

Pompoenen

In de lage landen heb je er misschien ook iets van gemerkt, maar als je hier in Noord-Amerika rondloopt en je beseft niet dat op 31 oktober Halloween wordt gevierd, dan wordt het dringend tijd dat je een oogarts opzoekt. Neem ook best een taxi richting zijn of haar praktijk, want elke seconde op de openbare weg met een dergelijk slecht zicht kan ernstige gevolgen hebben. Op Halloween rondlopen zonder kostuum voelt aan als in Scoutskleren rondlopen tussen een bende KSA-ers: je hoort er gewoon niet bij, en bovendien is het ronduit belachelijk! Vrijdag voelde ik me zo... Ik had niet echt zin om geld uit te geven voor een pak, en de weinige kleren die ik hier heb zijn eerder om te dragen... en niet zozeer om mij om te toveren tot één of ander monster. Ik had enkel een Vlaamse vlag om rond mijn schouders te slaan, maar daarmee voelde ik mij meer voetbalsupporter dan iets anders. En aangezien onze Vlaamse nationale voetbalploeg niet veel soeps is, heb ik wijselijk besloten die vlag in mijn binnenzak te laten zitten. Maar goed, ik ben de stad ingetrokken tussen een bende zombies, weervolven, vampieren, duivels, batmannen, éénarmige beenhouwers, maar ook tussen skiërs en Sarah Paylins, het is duidelijk dat alles kan - dus misschien was mijn Vlaamse voetbalsupportersidee nog niet eens zo slecht! Na een paar pinten en een aantal gezellige babbels ben ik dan maar naar huis getrokken.
's Anderendaags echter kreeg ik een telefoontje rond zes uur 's avonds met de vraag of ik zin had om mee te gaan naar een cabaret. Het thema was uiteraard nog steeds Halloween, en iedereen werd verwacht zich verkleed aan te melden. Precies 45 minuten had ik om een pak te bedenken, te eten en mij te verkleden, want tegen kwart voor zeven werd ik opgepikt, en dat terwijl ik de dag voordien een aantal uren had gespendeerd op met niets op de proppen te komen... Maar opeens was alles mogelijk. Ik snelde naar de winkel recht tegenover mijn deur, kocht een kilo bloem en een pizza. Ik stak snel de pizza in de oven, nam een douche en probeerde met mijn haar zo goed als mogelijk Robert Smith's kapsel na te bootsen. Ik trok een zwarte T-shirt aan onder mijn kostuum, tooide mij met ontrafeld touw en ging op mijn balkon staan. Want nu was het tijd voor het sluitstuk, de finishing touch. Ik opende het pak bloem, en wierp een handvol in de lucht... haar en kostuum bedelvend onder fijn wit stof... het duurde niet lang voor ik doorhad dat ik mijzelf in mijn creatieve bui in een paar minuten had omgetoverd tot een zombieachtig personage... Met een wijnkurk en een aansteker kon ik mijn oogwallen zelfs nog een beetje accentueren. Ondertussen was mijn eten klaar, ongeveer drie minuten voor ik werd opgepikt! Ik had zondag net iets meer tijd nodig om de bloem van mijn kostuum te stofzuigen...
En als waardige afsluiter van het weekend stond gisteren nog een Smashing Pumpkins concert geprogrammeerd. Tijdens het eerste luik van hun dubbelconcert hier in Toronto speelden mijn favoriete pompoenen in Massey Hall, een schitterende locatie op slechts 500 meter hier vandaan. Je kan de zaal best vergelijken met een uitvergroot NTGent. Zelfs op het tweede balkon achteraan hadden we perfect zicht op het podium, en bereikten de klanken van gitaren, drums, orgel, blazers, pauken, viool en stem helder onze trommelvliezen. Naar het einde van de set toe haalden de bandleden zelfs een kazoo boven. Meer dan twee uur lang brachten deze instrumenten een mix van harde rock, trash, intieme salonmuziek, disco en gewoon typische Pumpkins klanken. Absoluut een concert om in te kaderen, misschien zelfs het beste dat ik ooit van hen heb mogen meemaken. En ondertussen heb ik spijt dat ik er vanavond niet bij ben voor het tweede luik...

zondag 2 november 2008

Extreem

De ene dag was de gevoelstemperatuur -10 graden Celsius, de dag later bijna 20 graden meer. En deze week voorspellen ze zelfs een mooie Indian Summer met temperaturen die oplopen tot 18 graden. Maar meer en meer haal ik mijn muts uit wanneer ik 's avonds laat door de straten wandel, en een enkele keer had ik zelfs nood aan mijn handschoenen. Wanneer ik vorige week dinsdag de eerste sneeuw van deze winter zag was ik aangenaam verrast. Ik had net een hete espresso in mijn lijf gegoten, en dat maakte het schrille contrast met de barkoude wind alleen maar groter. De temperaturen schommelen hier momenteel zoals het vertrouwen in onze hedendaagse economie. En slechts wanneer je ergens aangekomen bent, vertellen je verkleumde handen of het zweet op je rug dat je weeral niet gepast gekleed was.
Maar aan die extreme schommelingen komt volgens de gelicentieerde Canadezen absoluut een einde. Binnen een paar maanden kan je er van op aan dat je best steeds je winterjas uithaalt, in je geitenwollen sokken kruipt, je muts tot over je oren trekt, je handschoenen stevig aansluit rond de mauwen van je jas, en met je sjaal probeert alles te bedekken dat nog bloot staat aan de barre temperaturen. De luchtvochtigheid die in de zomer voor tropische taferelen zorgt, heeft een omgekeerd effect in de wintermaanden. Wanneer we bijvoorbeeld vorige week gevoelstemperaturen tot - 10 graden opmaten, was het slechts -3 onder thermometerhut. Ik ben benieuwd wat dat zal geven in februari, wanneer die beschutte thermometer nog eens 15 graden kouder aanduidt.
Maar dat is niet het enige extreme hier in de stad. Het is al een aantal weken geleden, maar op 23 september ben ik voor het eerst naar een vergadering geweest van de plaatselijke XP groep - voor diegenen die denken dat dit met Bill Gates te maken heeft, absoluut verkeerd! In een gebouw van de Ryerson Universiteit, één van de drie universiteiten die Toronto rijk is, participeerde ik in een sessie over leiderschap. Zowel de uitwerking van het topic, de vragen uit het publiek, en de geëtaleerde kennis ter zake van de spreker bleken slechts een afkooksel van wat ik mij had voorgesteld, ook al was de avond in zijn geheel meer dan waardevol. Het uitleggen van een bepaald aspect van leiderschap aan de hand van een spel werd als revolutionair ontvangen. Aan de toog werden mijn vermoedens alleen maar bevestigd: het niveau kan hier nog een pak worden opgekrikt! En ik beloofde onmiddellijk daaraan mee te willen werken!
Vorige week dinsdag was het al zover. Als één van de weinigen van de groep had ik de conferentie in augustus bijgewoond, dus werd ik bijna automatisch gebombardeerd tot spreker van de lightning talks, een sessie over de interessante en vernieuwende dingen die op die conferentie aan bod kwamen. Ik wist dus al bijna een maand dat vorige week dinsdag hét moment zou zijn en ik tegen 7u 's avonds mijn podiumdebuut zou maken in Toronto, onder de kritische blik van een aantal belangrijke prospects. Maar net zoals vroeger op school, sloeg de klok al 2 uur in de namiddag, en ik was nog steeds geen stap verder.
Dus ik nam mijn documentatie op, mijn laptopje, en ik zocht een paar honderd meter verder mijn recent ontdekte lievelingsbistro op. "Uno espresso doppio, per favore. Special Blend." Tussen een paar werkende dames aan een oude renaissance-achtige tafel, opende ik mijn laptop. De muziek op de achtergrond leek sterk op Sigur Rós, de sfeer ontspannen en sereen. Totaal afgeschermd van de gebruikelijke stoorzenders kreeg mijn presentatie al snel vorm, en ik motiveerde mijzelf door slechts van mijn espresso te nippen, telkens ik een nieuwe slide had afgewerkt. In minder dan twee uur was mijn presentatie klaar, in grote lijnen voorbereid - da's al meer dan wat ik gewoonlijk doe - en had ik ook een document klaargemaakt om uit te delen aan de aanwezigen.
Daarna buitenkomen en de eerste sneeuw van het najaar op mijn aangezicht voelen, gaf een zodanige energiestoot dat de presentatie al helemaal niet meer verkeerd kon uitdraaien. Dit werd bevestigd tijdens de verplichte pint erna. Blonde Leffe van 't vat. Zaaaaaalig! Een beetje België... De dames op de vergadering bleken niet echt geïnteresseerd in een pint achteraf, dus de onderwerpen beperkten zich vooral tot bier, auto's en seks... net zoals overal ter wereld als je drie of meer mannen samenzet, van gelijk welk pluimage, met gelijk welk salaris en ze voldoende bier opgiet. En jawel, dezelfde verhalen doen ook hier de ronde, dezelfde opschepperij over hoe groot of hoe klein, hoe veel of hoe weinig, hoe rap of hoe traag, hoe goed of hoe slecht... Maar uiteindelijk kwamen we wel tot één conclusie. Er is nood aan een internationale standaard voor het formaat van een pint! Voila!

maandag 27 oktober 2008

Gratis en voor niets!

Wanneer ik een aantal weken geleden de eerste pagina's van Beyond Civilization omsloeg, kon ik mij niet in het minst voorstellen dat ik nu nog steeds met de inhoud van het boek zou bezig zijn. De boodschap die erin wordt verteld laat een zodanige indruk op mij na dat ik het bijna als verplichte literatuur in de engelse les zou aanraden. Ondertussen zijn een paar vrienden en familieleden er naar op zoek in de bibliotheken in België, maar dat blijkt de engelse versie niet zo makkelijk te vinden, en voor zover ik weet is het zelfs niet in het nederlands vertaald. 
Wel, hier is je kans om het boek gratis en voor niets bij jou thuis te krijgen! Ik heb een exemplaar aangekocht om naar iedereen te sturen die het wil lezen. Ben je geïnteresseerd, geef me dan een seintje en ik zet je bij op de lijst. Het enige wat ik van je vraag is het volgende: van zodra je het boek uitgelezen hebt, stuur je het met de gewone post - en uiteraard voldoende gefrankeerd - door naar de volgende op de lijst. Het is dus duidelijk dat ik niet kan beloven wanneer het boek in je brievenbus valt, maar vallen doet het!
Samenvatting
Dit vrij korte non-fictie verhaal verklaart vanuit een heel specifiek, maar interessant standpunt hoe onze huidige samenleving tot stand is gekomen. Het is eigenlijk een uitleg van de boodschap die Daniel Quinn probeerde neer te schrijven in de drie verhalen Ishmael, The Story Of B en My Ishmael.

zondag 26 oktober 2008

Writer's block

Ooit al van een writer's block gehoord? Wel, ik heb er nu eentje. Ik ben al een tijdje met een paar artikels uit de startblokken, maar ik geraak maar niet over de eindstreep. In grote lijnen zijn ze klaar en ze liggen te wachten om afgewerkt te worden met een likje vernis, eentje ervan heeft zelfs een houdbaarheidsdatum die met rasse schreden dichterbij komt. Maar ik heb blijkbaar niet de schrijversenergie om er iets afgewerkts van te maken momenteel.
Jammer, maar ongetwijfeld niet de laatste keer dat ik met de limieten van mijn creatieve pen wordt geconfronteerd. Ik heb ook nog een artikeltje over liefde te schrijven, aangezien een paar fans daar blijkbaar op aandrongen ;) Maar dat zal dus voor een andere keer zijn, ook al heb ik al een paar ideetjes. Tot later!

maandag 20 oktober 2008

Meer boeken

Is het een microbe, heb ik gewoon te veel tijd, of ben ik er uiteindelijk achter gekomen dat ik uit lezen echt wel een grote voldoening haal? Het is waarschijnlijk geen enkel van deze dingen, en van elk een beetje. Uit het verleden wist ik al dat, eens een verhaal mij voor zich weet te winnen, het mij niet loslaat voor ik de laatste pagina heb omgeslaan en de allerlaatste letter heb tot mij genomen. Alleen heb ik tot nu toe niet echt de boeken gevonden die mij wisten te boeien, met De Man Die Zijn Haar Kort Liet Knippen en de werken van Tolkien als absolute uitzonderingen op die regel. Alleen al het idee om stil te zitten op een stoel, of in de zetel te hangen met een boek liet mijn haren bijna uit hun haarwortels schieten.
Maar toen ik eind vorig jaar Allison ontmoette wilde ze mij kost wat kost laten inzien dat lezen plezant is, en deinsde er daarbij zelfs niet voor terug om gruwelijke foltertechnieken te gebruiken. Zo las ze één voor één de hoofdstukken van A Wrinkle In Time voor, terwijl ze mij tot luisteren dwong door simpelweg op mij te gaan zitten. 
En in april, wanneer ik een maand in het noorden van India doorbracht, kon ik het gezelschap van een welbespraakte vriend zeer goed appreciëren. Op het vliegtuig tussen Mumbai en Kolkata, in de nachttrein naar Varanasi of Delhi, op de helse busrit van Amritsar naar de Himalaya, zelfs in de tent op mijn trektocht of bij elk half uurtje pauze, telkens wanneer de plaatselijke bevolking mij niets te vertellen had, dompelde ik mij vol overgave onder in kunstwerkjes van onze hedendaagse literatuur.
Het was daar dat het mij opviel dat de boeken die mij boeien niet de standaard romans zijn - misschien enkel in mijn kortzichtige perceptie -, maar de werken waaruit ik fundamenteel  iets kan bijleren. Uiteraard verklaart dit mijn voorliefde voor non-fictie, maar het is ruimer dan dat. Uit De Man Die Zijn Haar Kort Liet Knippen blijft de schrijfstijl mij bij, ook al is het geleden van mijn scholierentijd dat ik het boek voor het laatst heb aangeraakt. De werken van Tolkien maken indruk door het detail waarmee Midden Aarde is beschreven, met als absolute hoogtepunt het verhaal uit de Silmarillion dat het ontstaan van zon en maan verklaart. Het Parfum brengt onder woorden wat niet onder woorden te brengen is, en The Poisonwood Bible geeft mij een duidelijker inzicht in het leven in Congo en de rol van België in de koloniale tijd. Dit zijn stuk voor stuk romans, en staan als genre in schril contrast met boeken als Best American Science Writing en One Billion Indians, maar het lijdt geen twijfel dat deze zogezegde fictieve werken een boodschap brengen die ruim de grenzen van de verhaallijn overschrijdt.  
Ook hier heb ik al heel wat pagina's verslonden, maar tot voor kort was elke letter pure non-fictie, zelfs vakliteratuur - behalve dan het reisverhaal van Chris Cobbaut in Bangui. Wanneer ik echter een dikke twee weken terug Beyond Civilization van de plank met gereserveerde boeken plukte in het dichtsbijzijnde filiaal van de plaatselijke bibliotheek, werd ik in slechts een paar bladzijden tijd gebeten door het verhaal van Daniel Quinn. Bijna bezeten door de inhoud van het boek schoof ik taken opzij, stelde ik zwempartijen uit, beperkte ik mijn eigen schrijfsels tot het absolute minimum, alleen om de volgende pagina zo snel mogelijk te kunnen aanvallen, en de volgende, en de volgende, en de volgende... Ondertussen is Ishmael verteerd, ben ik ruim over halfweg The Story Of B, en ligt My Ishmael klaar om, van zodra ik de achterflap van B omsla, te zien wat er achter deze titel schuil gaat. Deze trilogie, verklaard in Beyond Civilization - en ik naar gewoonte in omgekeerde volgorde heb aangepakt -, beschrijft in romanstijl Quinn's toekomstbeeld en zijn begrip van het verleden. Het vertaalt in woorden een gevoel dat zich al verschillende maanden in mijn hoofd vormt, maar waar ik tot op heden geen verklaring kon voor vinden. Het samenvatten is zinloos, elke waardige poging moet ongetwijfeld leiden tot een bijna letterlijke reproductie van het origineel. Bijna elke redenering houdt steek en bijt zich vast in mijn hersenen als een pitbull in de arm van zijn belager, slechts loslatend bij volledige overgave.
Bij elk woord dat ik hier neerpen, stuurt The Story Of B een bijna onweerstaanbare lokroep in mijn richting, verdoken in de rechterbovenhoek van mijn gezichtsveld. Ik heb er lang aan weerstaan, maar hou het nu niet langer vol. Bericht Publiceren is de enige taak die mij nog rest alvorens ik het opnieuw ter hand neem.

woensdag 15 oktober 2008

Want er komen andere tijden...

Bob Dylan zong het al in 1963, maar het zou mij sterk verwonderen dat de Canadezen gisteren veel geloof hechtten aan zijn woorden. De laagste opkomst ooit voor een nationale stembusgang, alleen dat al is het bewijs dat de hoop op verandering klein was. Het resultaat is vrij kort samengevat: de minderheidsregering kan verder regeren met een versterkte minderheidsregering. Volgens de mensen hier kan het ook anders verwoord worden: we hebben veel geld uitgegeven en er is niets veranderd. Beide inzichten zijn evenzeer waar.
De verkiezingen hebben mij alleszins wel de kans gegeven om een betere kijk te krijgen op de plaatselijke politieke structuur. Terwijl Canada lid is van de G8 en op die manier in België regelmatig het nieuws haalt, wist ik niet het minste af van hoe hier aan politiek wordt gedaan. En als je de uitslagen bekijkt, en ziet dat de New Democratic Party met meer dan 18% van de stemmen achter hun naam 37 zetels binnenhalen, en het Bloc Québécois met slechts 10% 50 zitjes bemachtigen, dan begint de exacte wetenschapper in mij de wenkbrauwen te fronsen. De groenen halen met bijna 7% geen enkele zetel, terwijl de onafhankelijken met 0.65% van de stemmen 2 stoeltjes veroveren...
Een woordje uitleg dus. In grote lijnen heeft men de bevolking van Canada in zoveel delen verdeeld als er zitjes zijn in het parlement. Daarna heeft men kiesdistricten uitgetekend waarin ongeveer dat aantal mensen leeft, ongeveer honderdduizend. Een dergelijk kiesdistrict noemt men een riding, en de naam van mijn riding is Toronto Centre. Per riding wordt precies één parlementslid rechtstreeks verkozen, en dat is de reden voor deze rare uitslag. Het Bloc Québécois bijvoorbeeld heeft in Québec twee op drie verkozenen, maar buiten hun provincie hebben ze niet één enkele stem, ze stonden zelfs niet op de lijst. De filosofie achter dit systeem is dat iedereen een vertegenwoordiger heeft die in hun buurt woont, al is dat relatief. Het territorium Nonavut heeft bijvoorbeeld slechts één riding, en het gebied is meer dan 68 keer zo groot als België, er wonen dertigduizend mensen en een paardekop. De plaatselijke bevolking daar kan dus even onder de baan zijn als ze hun lokale vertegenwoordiger wil spreken!

dinsdag 14 oktober 2008

Verkiezingen

Bij mijn zuiderburen zijn ze al bijna meer dan een jaar in de ban van de verkiezingen, zoniet langer. Het lijkt mij eerder een afleidingsmaneuver van de hedendaagse problemen dan een zoektocht naar wat de toekomst brengen moet. Je zou je kunnen afvragen wat de invloed van dergelijke campagnes is op de politiek. Zoals in België tijdens de regeringsvorming niet echt kon worden bestuurd - waarmee ik  in het midden laat of het land nu wel echt wordt bestuurd -, is in de Verenigde Staten net hetzelfde aan de gang. Moeilijke beslissingen worden zorgvuldig afgewogen tegen de impact op de kandidatuur van de eigen partij, politieke moed is in de verste verte niet te bespeuren, en het land ontdekt steeds nieuwe kelderverdiepingen in zijn eigen etablissement.
Hier zijn de laatste dagen een paar politieke debatten op de televisie uitgezonden, eentje in het Engels en eentje in het Québécois - soms ten onrechte Frans genoemd. Als je met veel aandacht door de straten wandelt of fietst, kan je hier en daar een poster vinden met een kopstuk van één van de partijen, maar da's alles. En hier wordt vandaag gekozen, vandaag, op de dag na Thanksgiving, de dag waarop iedereen een welgemeende dank je wel zegt voor wat de oogst heeft gebracht en de kalkoen wordt afgedankt voor bewezen diensten. Ook de regering ondergaat hetzelfde lot, en maakt plaats voor een nieuwe, wellicht minderheidsregering.
Ik heb een debat gevolgd op YouTube, en sta versteld van de Canadese vriendelijkheid waaraan zelfs tijdens debatten niet wordt geraakt! Maar kijk ook hier even door die schijnbaar oprechte grijns, en je merkt al snel dat net als overal, niemand luistert. Een andere curiositeit is het Bloc Québécois, dat openbaar in niets anders is geïnteresseerd dan in winst en vooruitgang voor de eigen provincie, en zich totaal niets aantrekt van de andere landsdelen, en dat terwijl minder dan een kwart van de nationale bevolking binnen de grenzen van Québec woont. Van het hele debat herinner ik mij niet één aanval op het Bloc dat refereert naar dit aspect.
In elk geval, ik heb nooit de verkiezingen hier van zo dichtbij gevolgd, en ik ben in de eerste plaats benieuwd hoeveel van de kiesgerechtigden effectief naar de stembus zullen stappen. Want ik ondervind hier niet de grote politieke passie, niet de wens om iets te veranderen, niet de expliciete roep naar beterschap. Ik ervaar alleen een overdreven vriendelijkheid en een gebrek aan duidelijke politieke standpunten... 

zaterdag 11 oktober 2008

Profeet

Iedereen heeft wel eens stilgestaan bij wat de volgende stap zal zijn. Star Trek fans zien het op hun trekkie manier, anderen dromen over Darth Vader, er zijn er die geloven dat apen zullen spreken en de mensen domineren of dat dinosauriërs na jaren van stilzwijgen de planeet opnieuw onveilig zullen maken. Voor velen lijkt deze toekomst ondenkbaar, maar zelfs bij meer realistische verhalen waarbij de wereld in één grote zee wordt getransformeerd, of we een nieuwe ijstijd ingaan, kan niemand zich een precies beeld vormen van die toekomst, ook ik niet.
Daniel Quinn is de eerste die een mogelijk toekomstbeeld in mij heeft naar boven gebracht. In Beyond Civilization beschrijft hij op een vrij abstracte manier niet hoe de toekomst er uit zal zien, maar wel wat er nodig is om het te laten werken. Zelf zegt hij geen profeet te zijn en niet te kunnen voorspellen hoe het allemaal zal lopen, maar wat mij betreft houdt zijn verhaal steek. Hier en daar zie ik zelfs al dingen opborrelen die kunnen leiden tot wat komt.
Hoe langer ik in Canada rondhang, en hoe meer ik mijn gedachtengang op deze blog neerpen, des te meer vermoed ik dat mijn vrienden en kennissen in België stilaan beginnen denken dat ik... een beetje gek aan het worden ben, dat het dringend tijd wordt dat ik stop met denken, en opnieuw begrijpbare taal begin te spreken. Maar neen, hoor. Ik ben helemaal gezond van geest, en weet heel goed waarover ik het heb. En naar analogie met een citaat uit Antitrust kan ik met het volste vertrouwen zeggen: "It's in the bonds" (het zit hem in het binden).
Neem het van mij aan, we zitten op de grens tussen twee belangrijke tijdsvakken in de geschiedenis. Het verval van het huidige tijdsvak wordt zichtbaar gemaakt door onbestuurbaarheid, financiële en ecologische crises. Het nieuwe wordt aangekondigd door fenomenen zoals Facebook, MySpace en CouchSurfing. Het zal nog jaren, decennia en misschien eeuwen duren alvorens we echt kunnen spreken van die nieuwe tijd, en hoogst waarschijnlijk maakt niemand van ons het nog mee, maar geloof me, hij begint nu. 

woensdag 8 oktober 2008

Wijsheid

Wanneer ik vorige vrijdagmorgen tegen kwart voor 9 aanzette om een opleiding te volgen over persoonlijke ontplooiing, kon ik mij amper voorstellen welke storm het weekend zou teweeg brengen. Drie intensieve dagen samen met een 120-tal mensen in een seminarie-ruimte, telkens tot 10 uur 's avonds, met een aantal pauzes om de innerlijke mens te sterken en ons van overtollige afvalstoffen te ontdoen. Drie afmattende dagen luisteren naar sterke en ontroerende verhalen, theorieën over de zin van het leven, doorspekt met een sterke marketingstrategie. De cursus was absoluut interessant, niet alleen een aantal inhoudelijke zaken, maar zeker en vast ook de agressieve en totaal onconventionele aanpak van de leider of coach, het steeds veranderende gedrag van de individuen en de groep, de inzichten in jezelf en je gedragingen naar andere mensen toe, maar ook het constant balanceren van deze ervaring op de rand van wat ik als sekte zou omschrijven. Drie intensieve dagen waarin je door je emoties vliegt alsof je meegesleurd wordt door één van de wagentjes op een achtbaan. Nu blijven alleen nog zes seminarieavonden over, daarna zit het er voor mij op. Ik ben vandaag niet geïnteresseerd in de geavanceerde cursus, ik heb andere doelen. De interesse die mij daar bracht is voorlopig bevredigd, de kennis die ik wilde heb ik gulzig geconsumeerd.
Wanneer ik vandaag met Allison - zij was mijn metgezel in deze achtbaan-rit - alle zaken nog even op een rijtje zette, nodigde ze me uit voor een gastseminarie aan de Universiteit van Toronto. Als enige niet-student, in een klas van een twintigtal psychologiestudenten, liet de prof mij zonder enige moeite deelnemen aan een lezing van een aboriginal sociale helper. Zijn verhaal over het coachen en opleiden van first nations - zo noemt men de originele bewoners van Canada - misdadigers in de gevangenissen van Canada was zonder meer verreikend. Tot nog toe had ik al mijn kennis over de inheemse bevolking uit verhelderende gesprekken met Allison, zij bestudeerde namelijk de invloed van de westerse overheersing op de seksuele gedragingen van deze volkeren. De kennis die ik vandaag opdeed was zovele malen groter. Verhalen over rites en gebruiken, sociale omstandigheden, kunst en technologie, maar ook over de geschiedenis en de inpalming door de westerse beschaving. Net als in andere delen van de wereld hebben deze mensen moeten zwichten voor de onderdrukking van de inwijkelingen, en met hun cultuur hun identiteit voor een groot deel zien verdwijnen.
Na de interactieve lezing hadden Allison en ik een gesprek gepland met Alex, hij heeft in het verleden het volledige curriculum van de voorgenoemde cursus doorlopen en wilde onze mening erover kennen. We kwamen samen tot de constatatie dat het nuttig kan zijn, voor mensen die op zoek zijn ook is, en het voor de zwakkeren van geest misschien zelfs een bepaald gevaar inhoudt. Alex werkt in de psychiatrie, en al snel dwaalden we af naar onderwerpen die inhoudelijk vele malen interessanter waren dan wat ons drie volle dagen had bezig gehouden. Alsof hij de technieken en theorieën allemaal zelf had uitgevonden, legde hij haarfijn uit hoe bepaalde methodes in specifieke situaties worden toegepast, en vatte steeds duidelijk de kern van de zaak samen. Net zoals ik steeds gelijkenissen vind in verschillende cursussen, boeken over leiderschap, gesprekken over psychologie en filosofie, herkende ik ook nu technieken uit de psychiatrie die ik in het dagelijkse leven als Gino, maar ook als Gino de Zakenman toepas. Door onze interesse in het domein, en de passie van de verteller, werd het al snel later dan voorzien.
Maar ondertussen ben ik thuis, en lees ik straks verder in het boek dat ik eergisteren uiteindelijk kon afhalen in de bibliotheek. Beyond Civilization, een verhaal over wat volgt, over wat na vandaag komt, net zoals de Middeleeuwen na de Romeinse tijd kwam en de Egyptische beschaving na de Oertijd ontstond. Interessante vragen over het verleden, het heden en de toekomst, die in zekere zin onbeantwoord blijven. Het boek plakt aan mijn lijf, en ik wil er zo snel mogelijk door, het idee is fascinerend en het gebruik van het menselijk lichaam als metafoor verlichtend.
De voorbije dagen verdienen een kadertje, mijn hersenpan een uitbreiding. Ik wil alles opslaan dat ik gulzig tot mij neem, en misschien is er dan wel plaats te kort. Op een harde schijf van een computer kan je al snel een paar onbelangrijke bestanden verwijderen, of misschien ergens op een schijfje branden en veilig archiveren voor later gebruik, maar ik betwijfel of ik nutteloze kennis uit mijn hersenpan kan bannen. In mijn jeugd kon ik bij elke opvolging van drie plaatjes uit een Jommekesalbum bijna onmiddellijk de titel uitschreeuwen, het zou mij niet verwonderen dat die kennis nog steeds ergens in de catacomben van mijn brein opgeslagen zit, en er waarschijnlijk voor altijd zal zitten. Ik kan alleen maar hopen dat mijn brein nooit vol raakt, en dat ik eeuwig wijsheid kan blijven opslaan.

woensdag 1 oktober 2008

Boeken

In minder dan 50 passen stond ik van aan de voordeur van mijn appartement in Heusden op de parking van de bibliotheek, maar tenzij voor een paar vragen, heb ik er nooit een voet binnen gezet, laat staan een boek uitgeleend. Het papiertje met daarop de openingsuren en de verschillende stappen richting een pasje, ligt waarschijnlijk nog ergens in een kast in mijn bureel. De reden van mijn bezoek aan de bibliotheek was ongetwijfeld een boek voor mijn theoretisch examen motorrijden, of een reisgids naar Malta.
Ik ben nooit echt een lezer geweest, en de boeken die ik wel tot mij nam waren hoofdzakelijk vakliteratuur. Slechts naar de klassiekers van Tolkien en Patrick Süskind heb ik actief gezocht, en dat pas nadat de verfilming een serieuze indruk op mij had nagelaten. Het Parfum zelfs een zodanige indruk dat ik zelf aan een roman begon. Ik hou van uitvoerige omschrijvingen en kunstwerken met woorden. Ik hou ervan om de taal ten volle te benutten en als het ware de laatste PK van dit vehikel aan te spreken. En ik herinner mij niet één roman die ik niet met passie en intens genot heb verslonden. Maar toch ben ik geen lezer. Toch vind ik meer voldoening in het schrijven, eerder dan ik het lezen.
Sinds ik begin april naar India vertrok heb ik menig roman doorbladerd, en de eerste letter tot de allerlaatste zorgvuldig geanalyseerd. Ook nu ligt een boek op mijn nachttafeltje - een mengeling van een roman en vakliteratuur, deze keer - en wil ik op elk moment van de dag de tijd nemen om het volgende hoofdstuk aan te vatten, alleen komt het er niet altijd van. Maar boeken kosten geld, en goede boeken meer geld, en wat doe je met een boek nadat je het uitgelezen hebt? Bibliotheken zijn wat dat betreft de ideale oplossing. Een extra voordeel is dat je het werkje slechts beperkte tijd tot je eigendom kan rekenen, en het is net die extra druk die mij nog meer aan het lezen zet. 
Op slechts 400 meter van mijn deur is er een filiaaltje van de Toronto Public Library, ongeveer zo groot als de bibliotheek van Heusden. Een bewijs van woonst en een identiteitskaart maakten mij in een wip een officieel lid van van de openbare Torontoniaanse bibliotheekgemeenschap. Geen kosten, geen paperassenwinkel om u tegen te zeggen, het leek haast on-Canadees. Maar voila, 4 jaar parkeerde ik in Heusden bijna dagelijks mijn wagen op het pleintje voor de bibliotheek en was ik geen lid, na amper vier maanden hier heb ik een boek besteld, en kan het straks al gaan afhalen. Man, hier gaat een wereld voor mij open! Daniel Quinn's "Beyond Civilization" is het schrijfsel dat de eer mag ontvangen als eerste boek door mij uitgeleend te worden in ongeveer 15 jaar! Ik ben benieuwd...

zondag 28 september 2008

Slaapwel

Zondag, 11u 's morgens. Ik log even aan op Skype terwijl ik de slaapresten uit mijn ooghoeken verwijder. Tot diep in de nacht heb ik de films bekeken die dringend terug naar de videotheek moeten worden gebracht. Het kost me een paar minuten van mijn slaap om, alvorens ik opnieuw de lakens opzoek, het belangsrijkste wereldnieuws tot mij te nemen. De economische crisis zet nu ook België echt op zijn kop, extreem rechts maakt opnieuw opmars in Oostenrijk en Allesandro Ballan is de nieuwe wereldkampioen in het wielrennen.
Terwijl de Arnotiaanse versie van Knowing Me, Knowing You door mijn luidsprekers galmt, en ik een gepolierde nectarine tot mij neem, hap per hap, tot er geen enkel van de dertien gelijke stukjes meer overblijft, loop ik mijn mailbox door. Een energiestoot afkomstig van de bevestiging van mijn aanwezigheid in Massey Hall, op slechts 500 meter hier vandaan, wanneer op drie november de Smashing Pumpkins langs komen, stelt nog even mijn middagslaapje uit. Tevens herinnert het er me aan dat ik mijn ticket voor het concert van Nick Cave nu woensdag nog moet afhalen. Ik schrijf een memo om het niet te vergeten, en noteer nog een paar andere uitgestelde boodschappen.
Buiten begint de zon stilaan afscheid te nemen van de stad. Een uitgestrekte mist vult het achtergebleven vacuum, de laatste resten van een mooie zomer zijn nog merkbaar in de zachte temperaturen. Muggen veroveren een steeds dominantere plaats in de stedelijke fauna, en schijnen zelfs een aanval te doen op de top van de voedselketen. Het lijken slechts gewone ergerlijke exemplaren die we ook in België bij elke gelegenheid willen begroeten met de vliegenmepper. Maar deze soort is anders, of ze hebben alleszins een ander effect op mij, mijn huidoppervlak, en zelfs mijn spieren. Alsof ze rechtstreeks uit een film van Alfred Hitchcock tijdens het filmfestival uit de zalen zijn ontsnapt, boren ze zich door mijn gebruinde huid een weg naar mijn bloedbanen. Ze laten een snel groeiende zwelling achter, om hun soortgenoten er op te wijzen waar ze zeker niet dienen te landen, waar al het bloed ongemerkt uit de ondergrond is weggeroofd. Slechts bij een beginnend jeukgevoel wordt duidelijk welk bloederig tafereel zich heeft afgespeeld, de bulten en de gloed van opgestijfde, pijnlijke spieren bevestigen het initieel vermoeden, te laat.
Maar nu ga ik nog veilig onder de lakens, om mij te wapenen tegen een alweer druk bezette week. Het wordt de week van de tweede poging om mijn werkvergunning te bemachtigen, deze keer gestaafd met onweerlegbare bewijzen dat mijn diensten van economisch, cultureel en sociaal nut zijn voor de Canadese samenleving. Na bijna een maand wist het Canadian Consulate General in Buffalo me te vertellen dat mijn werkvergunning werd geweigerd. Gestoffeerd met brieven van eventueel toekomstige klanten en partners, moet het deze keer echt raak zijn. Precies een week geleden schreef ik de bedrijven aan die wachten op mijn vergunning en vrijdag al kreeg ik de eerste bewijzen binnen. Woensdagavond neem ik even vrij om mee te kwelen met The Ship Song, vanaf vrijdag stort ik mij drie overvolle dagen in handengeklap op The Landmark Forum. En hopelijk kan ik zaterdagnacht nog iets meepikken van Nuit Blanche. Slaapwel!

donderdag 25 september 2008

Drukte

Op één of andere manier ben ik er in geslaagd mijn dagen zodanig te vullen dat ik met moeite de tijd vind om rustig een aantal gedachten op papier te zetten. Sporten, boodschappen doen, seminaries bijwonen, voorstellingen van cursussen, boeken lezen, mij grafisch volledig laten gaan... al dit neemt dermate veel tijd beslag dat ik me afvraag hoe ik er in godsnaam een job zou kunnen bijnemen! Ik vermoed dat het vooral een kwestie van prioriteiten is, en ik willens nillens een aantal dingen zal moeten laten vallen... of er misschien gewoon minder tijd in stoppen.
In elk geval, vandaag is dat niet zo, en vul ik de dagen met de dingen die ik graag doe, maar ook met dingen die me professioneel vooruit helpen en waar ik in het verleden weleens te weinig tijd voor durfde te nemen. Gisteren ging ik naar een informatieavond over het Landmark Forum, een organisatie die opleidingen inlegt om beter te leven. Nieuwsgierig als ik ben, wilde ik toch wel even weten wat dit allemaal inhoudt, dus sprong ik rond twaalf voor zeven mijn fietsje op. Precies zes minuten later zat ik met een folder in de hand in een zaaltje gevuld met om en bij de honderd vijftig geïnteresseerden. Een lange smalle Amerikaan begon in typische stijl aan de sessie, en verontschuldigde zich onmiddellijk voor het sekte-achtige handengeklap dat de frequenterende aanwezigen onderscheidde van de nieuwkomers. Drie uur lang werd moeiteloos volgemaakt met filosofische visies, interessante one-liners, grappige opmerkingen en soms pakkende getuigenissen... en een ruime pauze waarin iedereen met zachte aandrang naar de inschrijvingstafels werd begeleid. 
Ik heb me voorlopig niet ingeschreven, maar ik doe het zeker deze week nog of ergens volgende week. Want alleen al mijn scepsis ten opzichte van de opleiding, en de grote overlapping met het door mij reeds geprezen BootCamp, verplicht mij bijna om het zelf te ondervinden. Dus binnen een paar weken ben ik fulltime met deze cursus bezig, vrijdag tot zondag van 9 uur 's morgens tot 10u 's avonds, en dan nog eens een dinsdagavond...
Wordt ongetwijfeld vervolgd...

maandag 22 september 2008

Vrijheid

Weekend. Even op zoek naar totale vrijheid in een hut op het platteland op bijna een belgium van hier - de belgium is de eenheid van lengte die de afstanden hier net iets handelbaarder maken. Het is vrijdagavond en we zien bij elke kilometer de stad achter ons verkleinen. Na een paar uur rijden we door een streek die vanop de baan verdacht veel op de Ardennen lijkt. Enkel de afstand tussen de verschillende opritten verraadt de uitgestrektheid en legt het eerste duidelijk verschil met Hoog-België bloot. Terwijl het aantal blokjes dat de sterkte van het gsm-signaal weergeeft, drastisch achteruit gaat, duiken links en rechts rotsmassa's op, schijnbaar ontstaan bij het terugtrekken van de ijskap. We draaien een onverharde weg op, en opeens wordt duidelijk dat we echt op de buiten zitten, tussen meren en moerassen, naaldbossen en loofwoud, een perfecte schuilplaats voor de plaatselijke fauna op amper 70 kilometer voorbij Peterborough.
Aan de hut wacht een hert ons op, opgeschrokken door het onverwachtte bezoek verdwijnt het als de bliksem tussen de struiken. Eén moment stond het statig voor ons, gehuld in de gloed van de koplampen van de wagen, ons recht in de ogen kijkend. Nog geen seconde later is er niets meer dat nog aan deze ranke verschijning herinnert, tenzij het steeds stiller wordende ruisen van de bladeren en het breken van een enkele tak. We sjouwen onze bagage naar de hut, begeleid door het licht van de sterren dat maar net door het bladerdak glipt. Een tiental meter verder weerkaatst de maan in het water van het meer.
Zaterdagmorgen. De zonnestralen tikken op het raam. Een schitterende nazomerdag stelt zich aan ons voor. Na het ontbijt met zicht op het meer laten we rustig de kano te water. Als een ervaren gids - kanovaren in Canada is als kasseistampen in Vlaanderen - loodst Catharine ons door het wier, van de ene baai naar de andere, op zoek naar bevers. Een fotogenieke kikvors vat gewillig post voor mijn camera.
Eens samengesmolten met de onringende natuur vliegt de tijd voorbij. Nog voor we het beseffen zijn we ruim twee uur op het meer, en wordt het stilaan tijd om naar de kant terug te keren. Ik zoek wat visgerief en wormen bij elkaar en installeer mij op het ponton. Het is een paar jaar geleden dat ik nog een vis aan de haak sloeg, dus ik stel mij geen al te grote successen voor, maar nog voor ik de kans krijg om mijn lijn goed en wel af te stellen is de eerste vangst al binnen. Ik doe nog een poging om een snoek aan de haak te slaan, maar ruim een kilo vis later - waaronder een mooi verorberbaar stekelbaarsje - maakt de warme nazomer stilaan plaats voor de afkoelende schemering, en besluit ik wijselijk mijn prooien terug te water te laten. Argwanend zwemmen ze één voor één de emmer uit, terug het meer in. Terug naar de vrijheid.

donderdag 18 september 2008

Over niets

Vandaag had ik in mijn agenda aangestipt. Want sinds ik af en toe een paar woordjes op deze blog achterlaat, heb ik de gewoonte ontwikkeld om interessante onderwerpen aan te stippen, zodat ik die ten gepasten tijde kan verslaan. Dan zet ik me aan tafel, neem een groot glas water, laat voor een moment mijn oogleden zakken, en sluit me af van alle stadsgeluiden. De woorden marcheren uit zichzelf voorbij en vormen als bij wonder volzinnen die ik enkel hoef neer te pennen. Als legerregimenten op weg naar dezelfde veldslag.
Het is handig dat er hier en daar een aantal dingen aangestipt staan in mijn agenda, want waarover had ik het anders kunnen hebben, vandaag? Over het oorverdovende brandalarm van gisterenavond? Rond kwart voor negen ging het de eerste keer af, en na 20 minuten was het nog altijd tegen ruim 120 decibel tegen eenieders trommelvliezen aan het daveren. Ik gebruikte dan maar mijn oordoppen, want zinloos naar beneden lopen om te moeten horen dat het opnieuw vals alarm was... zou belachelijk zijn geweest. En ook al worden oordoppen soms voor andere doeleinden gebruikt, ik besloot wijselijk mijn reukkanalen niet te verhinderen een eventuele echte brand op te merken. Op de gang maakte ik een pas ingetrokken dame met natte haren, enkel getooid in een klamme badhanddoek, duidelijk dat er hoogst waarschijnlijk niets aan de hand was, en dat ze zonder vrees de zeepresten uit de haren mocht spoelen. Toch was ze pas gerust nadat ik plechtig beloofde haar persoonlijk van onder de douche te halen, mocht ik toch besluiten dat het veiliger was om het gebouw te verlaten. In de liften hangt al een week een bericht uit dat precies vandaag het brandalarm wordt getest... Mij moeten ze niet meer overtuigen, het werkt.
Of misschien moest ik het dan hebben over het fietstochtje dat mij naar de plaatselijke Gamma leidde om mij te wapenen tegen de steeds vroeger invallende nacht? In schijnbaar amper een paar dagen tijd zijn het moment waarop de zon boven het Ontariomeer verschijnt en het tijdstip dat de avond aanklopt, drastisch dichter bij elkaar gekomen. De atmosfeer raakt niet meer evenzeer opgewarmd, en zorgt voor koele, ja zelfs koude nachten. Overdag blijft de zon een aangename temperatuur leveren, maar bij valavond begin ik toch al een trui te zoeken. In elk geval, Toronto blijft even levendig 's avonds, daar heeft het duister geen vat op, dus vond ik het stilaan tijd dat ik een lichtje installeerde op mijn plooifiets.
Tja, er staan een aantal interessante weetjes in de krant, die ik had kunnen verwerken in een artikeltje: bijvoorbeeld dat de imposante deeltjesversneller in Geneve even is stopgezet, dat planten vanaf vandaag best op een coca-cola dieet - en geen dieet-cola - worden geplaatst, of dat premier Leterme in Rusland de Olympische winterspelen van 2014 aan het voorbereiden is - denkt hij nu echt dat hij tegen dan (nog) premier zal zijn? Maar aan al deze dingen wordt in de media hoogst waarschijnlijk al genoeg aandacht besteed.
Dus geen verhalen hierover, want vandaag staat er iets in mijn agenda aangestipt. Ik open de nota en lees wat er precies te doen is. Er staat een verwijzing naar een internet-pagina, zodat ik eerst wat meer informatie kan inwinnen... Oei... Een kleine vergissing... het is niet vandaag...

zondag 14 september 2008

Zwemmerdezwem

Ik ben geboren met een afwijking aan mijn linkeroor, en dan heb ik het niet over de uiterlijke onregelmatigheid die ook nu nog aanwezig is - en ik zal het ook niet hebben over alle andere externe of interne gebreken die ondertussen al dan niet operatief zijn weggewerkt. Als kind kon ik nooit deelnemen aan de zwemlessen omdat het water een vrijgeleide zou krijgen om langs mijn misvormd trommelvlies binnen te lopen en mijn binnenoor ernstige schade toe te brengen. In ruil mocht ik telkens langs de kant van het zwembad een opstel schrijven, samen met hen die met opzet hun zwemkledij waren vergeten. De quotering van mijn schrijfsels werd gebruikt om de lege plaats op mijn rapport op te vullen. De herinnering alleen bij zoveel onrecht doet alle haren op mijn rechtschapen lijf uit protest rechtop staan, woorden komen harder uit mijn mond en mijn hart gaat vanzelf sneller kloppen. Een school, instituut van opvoeding, voorbeeld van educatief handelen, straft een kind omwille van een aangeboren afwijking. Hoe anders kon ik dit interpreteren dan als een onrechtvaardige behandeling van een in opvoeding ongeletterde leraar die jammer genoeg een plaats op mijn lessenrooster had veroverd. En dat terwijl ik niets liever had gedaan dan in het zwembad duiken, samen met de rest van mijn schoolmakkers.
Wanneer ik op gevorderde leeftijd, en na een neus- en ooroperatie, uiteindelijk zonder negatieve gevolgen het water kon inspringen, schreef ik mij in voor een cursus zwemmen voor volwassenen in het Olympos zwembad in Dendermonde. Ik was de jongste van het gezelschap en, zo bleek later, de enige die zonder vrees het hoofd onder kon houden. Bijgevolg had ik ook het snelst de schoolslag onder de knie, mede door de vele uren oefening en persoonlijke begeleiding van Anja, mijn toenmalige vriendin. Na amper zes lessen kende ik de nodige truken en kon ik, weliswaar met enige moeite, de andere kant van het bad bereiken zonder naar de bodem te zakken.
Vandaag, 10 jaar later, is de schoolslag nog steeds de enige slag die ik min of meer ken. En ik ben eerlijk gezegd al blij dat ik één manier beheers die mij behoorlijk boven water houdt. Maar wanneer ik in april met Allison bij 45 graden Celcius afkoeling zocht in een zwembad in de schaduw van de Taj Mahal, probeerde die me voor het eerst vrije slag aan te leren, zonder al te veel succes. De complexiteit van de arm- en beenbewegingen leek voer voor gevorderden, het gecoördineerd samenspel van beiden al helemaal onbereikbaar. Hoezeer ik ook de benen in het water sloeg, mijn lichaam bleef maar naar beneden zakken. Ik was er rotsvast van overtuigd dat dit de volgende afwijking was waarop ik na zovele jaren stootte, die, tenzij ik een operationele correctie toeliet, mij verhinderde om boven water te blijven. De hoeveelheid zuurstof die ik in mijn longen kon pompen was de enige factor die invloed had op hoe lang ik mijn watergespartel kon volhouden. En de beweging die ik realiseerde was hoofdzakelijk langs de negatieve zijde van de Y-as.
Het buitenzwembad bij Allison thuis - waar ik de eerste weken van mijn verblijf hier in Canada logeerde - en het schitterende zomerweer deden mij de draad terug opnemen. En ook waar ik nu woon, maakt de aanwezigheid van een binnenzwembad de stap naar een korte zwembeurt een pak kleiner. Momenteel zijn er geen twee dagen op rij dat ik niet mijn zwembroek aantrek en de lift naar -2 neem. En telkens ik de kuip alleen bezoek - schaamte is mij niet vreemd - durf ik het aan om mijn vrije slag te oefenen, vastberaden om tegen ten laatste het einde van oktober een volledige lengte te kunnen overspartelen. Oefeningen voor de beenbeweging worden afgewisseld met oefeningen voor de armslag, en tussendoor zwem ik een aantal lengtes in mijn favoriete stijl om de spieren te verstevigen - en mezelf te belonen met de bevestiging dat ik eigenlijk wel kan zwemmen.
Zondag namiddag, ik ben helemaal alleen in het zwembad. Ik werp mij in het kille water om mijn spieren warm te maken met een paar lengtes. Nu het hoofd onder en handen vooruit, om enkel op beengespartel een breedte van het zwembad vol te maken. Het gaat vlotter dan gisteren, sneller dan ooit tevoren, mijn benen lijken verlost van hun aangeboren afwijking en brengen mij als bij wonder naar de andere kant. Het bad wordt stiller en de spanning stijgt. Ik zwem in schoolslag rustig naar het diepe gedeelte, mijn adem controlerend en mijn spieren de nodige ontspanning gunnend.
Is dit het moment? Het moment van glorie waarbij ik de overwinning claim op de zwaartekracht en ik als een pijl door het water schiet over de volledige lengte van het bassin? Met mijn rug tegen de kille stenen grijp ik de rand van het zwembad achter mij. Ik haal nog een paar keer diep adem en duw mij af. Zo ver als ik mogelijk reiken kan duikt mijn linkerhand in het water, als een roeispaan trekt ze mij vooruit, het hoofd rechts zoveel mogelijk zuurstof slikkend. Ik probeer het hoofd erbij te houden, de benen ook. Nu gaat rechts het water in, een wazige blik naar de stenen op de bodem. Telkens ik naar adem hap zie ik de voegen tussen de steentjes aan mij voorbij gaan. Een moment dringt het tot mij door: "Ik zwem!"
Molenwiekend ploeg ik mij door het water op zoek naar de andere kant, ik kom stilaan in het ondiepe gedeelte. Het wordt zwaar. Het aantal voegen dat ik aan de rechterkant achter mij laat wordt bij elke blik kleiner, de verleiding om voet aan grond te zetten groter. Slechts een paar meter scheiden mij nog van de triomf, achttien volle meters heb ik overwonnen. Ik zet door, ik beeld mij het gejuich in dat mij naar voor stuwt, momenteel onhoorbaar door de massa water in mijn oren en de inspanning die mij tot hier heeft gebracht. Nog even doorgaan en ik ben er, nog één slag, nog één trap... Het besef dringt stilaan mijn hersenen binnen. De vingers van mijn uitgestrekte rechterhand raken de kille stenen van de zwembadrand... ik ben er, ik heb het gehaald! Nog nahijgend van mijn sportieve prestatie bundel ik alle resterende krachten in het uitstrekken van mijn rechtervuist. "Yeaaaaaahhhhhh!!!"

zaterdag 13 september 2008

TIFF

Het doek valt vandaag over het Toronto International Film Festival, en het is wachten tot september 2009 voor de volgende editie. Ik vond het niet meer dan gepast om dit evenement af te sluiten met een filmboodschap, die eigenlijk kort samenvat wat de laatste 3 maanden voor mij zijn geweest. De leute ermee!  ;)

vrijdag 12 september 2008

Op zoek naar de context

Gisteren was er het afscheidsfeestje van Bernard. Na een deugddoende vakantie en een drukke filmfestivalweek waren een aantal van zijn nieuwe vrienden samengekomen in de wel erg naar Elvis ruikende Caddilac Lounge, om met hem nog een laatste pint te drinken op Canadese bodem - terwijl ik dit neerschrijf zit hij namelijk op een vliegtuig richting Brugge. Ik was er ook bij.
Met Bernard vertrok het laatste beetje Vlaanderen dat hier voor mij nog duidelijk aanwezig was, en op één of andere manier raakte mij dat meer dan ik mij had ingebeeld. Een samenloop van omstandigheden op persoonlijk, professioneel, astronomisch en metafysisch vlak maken een mens gevoeliger voor sommige prikkels, en een prikkelbaar mens des te meer. Gisteren kwamen een aantal van deze dingen bij mij samen als de rijstroken net voor de Kennedytunnel richting Antwerpen, met een onvermijdelijke opstopping tot gevolg. Een beetje verloren, mezelf afvragend wat ik hier in godsnaam kom zoeken, en geen antwoord vindend in het Canadese bier dat in onze glazen werd gegoten. Eén van Bernards nieuwe vrienden had een collega en vriendin meegebracht, Nele uit Ledegem. Nele is bijna drie jaar geleden naar Canada gekomen, en begreep precies hoe ik me voelde. Zij heeft al in de verste uithoeken van het land gewoond, en vertrouwde me toe dat ook zij nog soms dit bedrukkend gevoel ervaart.
Ook in België was ik een gevoelig mens, en hadden persoonlijke, professionele, astronomische en metafysische aspecten een invloed waar ik niet altijd een gepaste reactie op had. Noem het gerust de aard van het beestje. Hier echter wordt een dergelijke gemoedstoestand al snel toegeschreven aan het weg zijn, het alleen zijn op de grote vreemde wereld, en lijkt de oplossing voor de hand liggend: valies pakken en terugkeren. Maar daarmee zou ik dit gevoel in de verkeerde context plaatsen, en vermeende problemen bestrijden met oplossingen die geen problemen oplossen. Tijd om na te denken dus, op mijn eentje, in dit grote, vreemde land. Op zoek naar de juiste context van dit gevoel, om er voor eens en voor altijd een naam op te kunnen plakken.

maandag 8 september 2008

Zeepsop

Het politieke schouwspel gelijk waar ter wereld begint meer en meer op een slechtgeschreven soap-serie te lijken. Zelfs als ik mij beperk tot de V.S., Canada, en die andere grootmacht België, kan ik boeken schrijven vol horror-verhalen, roddels, verwikkelingen, noem maar op. Geen verhalen die zich de laatste decennia hebben afgespeeld. Neen. Over de laatste paar maanden is op politiek vlak zoveel te schrijven dat je bijna steno moet kennen om het allemaal op tijd op papier te kunnen zetten.
De V.S. is natuurlijk het meest visibel. Eerst de machtsstrijd tussen Obama en Clinton, later tussen Obama en McCain, en ondertussen tussen Palin en iedereen. En zeggen dat dit slechts het voorspel is! Welke vettige verhalen gaan tijdens de finale van de verkiezingscampagne het licht zien, en - nu er een vrouw in het spel is - hoelang zal het duren voor er aan de haren wordt getrokken? Het is bij mijn huidige zuiderburen wel altijd zo geweest, maar dit jaar zijn er buiten het hoofdverhaal "wie gaat uiteindelijk George W. Bush van zijn stoel duwen" wel opmerkelijk veel verhaallijnen die het spektakel des te interessanter maken. Om te beginnen maakt voor het eerst een zwarte kans om het Witte Huis te gaan betrekken, en sleept Obama het schandaal met dominee Wright als een metalen kogel achter zich aan. Die andere democraat Biden lijkt dan weer de saaie piet van het gezelschap - althans voor de roddelpers. Natuurlijk is er McCain die door sommigen niet geacht wordt in staat te zijn de volledige ambtstermijn in leven te blijven - hij lijdt nu al aan amnesie en vindt het moeilijk om tot zeven te tellen - waardoor Palin misschien wel de eerste vrouwelijke president kan worden. Maar zij wordt momenteel helemaal door het slijk gehaald, verhalen over machtsmisbruik, overspel met een zakenrelatie van haar man en een gedwongen huwelijk van haar zwangere tienerdochter besmeuren het mooie gezichtje - volgens de media, ik onthou mij van alle commentaar - van voormalig Miss Alaska.
In België gaat het er al even dramatisch aan toe. Het plot klinkt als "wie gaat uiteindelijk Yves Leterme op zijn stoel zetten, of ervan duwen." Uiteraard hebben de protagonisten andere namen, maar ze maken er een even grote smeerboel van als in het land van George Washington, met Reynders in een glansrol als eeuwige tweede. Gelukkig worden de persoonlijke affaires in Europa nog met een beetje fatsoen besproken - in de politiek althans -, maar de vuile was van de politieke families wordt zonder pardon aan de meest zichtbare wasdraad opgehangen: de interne machtsstrijd binnen alle mogelijke kartels, de tegenstelling Vlaanderen-Wallonië, de conflicten tussen gelijkgezinde collega's van de federale en de regionale regeringen, ontelbare onuitgevoerde dreigementen, noem maar op!
En dan is er nog Canada, het voorbeeld van verdraagzaamheid en vriendelijkheid, het toevluchtsoord voor zij die zich liever niet langer Amerikaans Staatsburger willen laten noemen. Tegelijkertijd ook het land van Quebec en de rest, van inheemse volkeren en de veroveraars. Machteloze minderheidsregeringen zijn hier de regel, conflicten tussen federale en regionale belangen al even prominent aanwezig als waar menig Canadees het leven liet in één van de wereldoorlogen - hét hoogtepunt van het internationaal filmfestival "Passchendale" moet daaraan herinneren - alsook de taal- en onafhankelijkheidsstrijd van de eerste binnenvallers. Hier zijn gisteren vervroegde verkiezingen aangekondigd, met als verhaallijn: "wie gaat beletten dat Stephen Harper opnieuw op zijn stoel wordt gezet." Terug een variant op het thema van elke politieke soap "wie is de volgende op de stoel?
Geen wonder dat de eerste dergelijke met-schandalen-en-intriges-geladen-TV-spektakels gesponsord werden door de grote zeepsopfabrikanten - waaraan de naam vandaag nog steeds wordt toegeschreven, trouwens. Er is een hele hoop zeepsop nodig om deze knoeiboel schoon te maken! Je zou je in deze tijden waar de grens tussen nieuws, reality-televisie en soaps vervaagt, zelfs kunnen afvragen wie het nodig vond om 90210 terug op het scherm te krijgen... 

zaterdag 6 september 2008

Sterren en teensloffen

Terwijl iedereen tijdens het filmfestival op zoek is naar Brad Pitt, George Clooney en andere schone gezichten - al bleek Brad Pitt getekend te zijn door zijn steeds uitbreidende gezin - werd ik gisteren uitgenodigd op een exclusief feestje ter ere van "It Might Get Loud", een film met onder andere The Edge, Jimmy Page en Jack White. Zomaar. Als vervanger van Tim, iemand uit de muziekindustrie die van zijn vrouwelijke wederhelft thuisarrest had gekregen. Ik zat op een terrasje wanneer ik plots deze uitnodiging kreeg en het enige wat ik moest doen was mij gedragen als Tim.
Nu, ik ken Tim niet, ik heb Tim zelfs nog nooit gezien. Ik was ook niet gekleed om naar een exclusief feestje te gaan in een bar van een peperduur hotel. Ik geef toe, met mijn afgewassen acht jaar oude jeans, ongestreken grijs geruit hemdje en mijn half vergane teensloffen kon ik net zo goed de regisseur van de film zijn geweest. Maar had ik net iets vroeger geweten dat ik misschien samen met Jack White op een feestje zou zijn, ik zou waarschijnlijk mijn andere teensloffen aangetrokken hebben. Maar er was geen tijd meer, ik naar het exclusieve hotel dus, op mijn teensloffen...
Eens daar aangekomen stond er een grote menigte geïnteresseerden, een bende veiligheidsagenten, en een standje om de pasjes af te halen. "Hallo, ik ben Tim." Opdracht één geslaagd, de pasjes waren veroverd, ze hadden een effect op de horde agenten als Mozes op de Rode Zee. We werden als sterren op teensloffen over de rode loper geloodst, een dubbele portier opende met een elegante zwier de spiegelglazen toegangsdeur.
Glitter, glamour, blote ruggen, smokings, hoeden, sigaren, cocktails... en teensloffen. Niemand leek zich aan mijn outfit te storen, en sommigen leken zich zelfs af te vragen wie deze beroemdheid wel moest geweest zijn. "Iemand die een dergelijk statement neerzet op een feestje als dit, moet wel belangrijk zijn!"
Maar eens binnen zat het spannende van de avond er op... Inderdaad, de drank en het eten waren gratis, de whisky en vodka liep vlot over de meeste lippen, er werden een paar superbekende hockey-spelers gespot - ik zou ze zelfs in hun wedstrijd-outfit niet herkennen -, de aantrekkelijkheid van een aantal vrouwen daalde bij elk woord dat ze uitkraamden, kortom... een naar mijn gevoel typisch exclusief feestje, jammer genoeg zonder Jack, Jimmy of The...
Maar! Jack zou een verrassingsconcert geven dit weekend, en misschien, heel misschien kom ik te weten waar en wanneer. Ik hou alleszins mijn ogen en oren open!

dinsdag 2 september 2008

De vakantie is voorbij

Het nieuwe schooljaar is ook hier in Toronto op gang geschoten. Gisteren werden de kinderen nog gespaard - 1 september is hier het equivalent van 1 mei in België -, maar nu zijn ze echt van de grasperken verdreven. De basketbalpleinen in Moss Park liggen er desolaat bij. Overdag is het op straat nog kalmer dan het al was. De luchtvochtigheid is nagenoeg verdwenen - gelukkig is de schitterende zomerzon achtergebleven. Het openluchtzwembad op Broadview Avenue is aan het leeglopen. En ondertussen maakt de stad zich op voor het grootste, zoniet één van de grootste filmfestivals ter wereld.
Vorig jaar nog was Brad Pitt de grote ster in september, het is in spanning afwachten wie straks de rode loper zal platlopen, en vooral, welke roddels nu weer de wereld kunnen worden ingestuurd. Bernard, vriend, collega en medeorganisator van het Cinema Novo festival van Brugge is op bezoek om het allemaal van dichtbij mee te maken. Nu het festival nog net niet is gestart maak ik graag tijd om samen met hem een aantal plekjes in de stad beter te leren kennen, al zijn we vooral op zoek naar leuke pubs.
Maar vandaag hebben we zelfs gewerkt. De sessie in verband met leiderschap die we in november op de XPDays in Eindhoven samen geven, kreeg deze namiddag alweer een beetje meer vorm. Het wordt zonder pardon een succesnummer. Een beetje meer interactie met het publiek, een beetje minder theorie, precies zoals we het willen. Met de stralende nazomerzon op ons voorhoofd konden we in Moss Park bij 27 graden genoeg inspiratie omzetten in echte resultaten. Laptop, boeken, post-its en index-kaartjes voor ons uitgespreid in het gras.
En zo is het ook op deze tweede september stilaan donker aan het worden. 
En vanavond? Dan gaan we eens de Rivoli uitproberen, denk ik...

zaterdag 30 augustus 2008

Professor in alles

Terwijl in Vlaanderen Suske en Wiske waarschijnlijk het meest gelezen werd, was ik als kind vooral een grote fan van Jommeke. Ook vandaag nog. De tiener met zijn strooien dakje, de eeuwig verliefde  papegaai en meer rare dan normale vrienden weet me nog altijd te boeien met zijn ongelofelijke avonturen. Maar de meest tot de verbeelding sprekende figuur is voor mij altijd Professor Gobelijn geweest. Een super-verstrooide professor, uitvinder van de vliegende bol, en tegelijkertijd vloek en redder van Zonnedorp. Aan de poort van zijn huis hangt een bord met het opschrift:
Professor J. Gobelijn
Professor in alles
Er is werkelijk geen domein te vinden waarin Jeremias niet de slimste mens ter wereld is. Of misschien wel, er is tot nog toe geen enkele aflevering waarbij hij een relatie met een vrouw aangaat - tenzij Melanie dan. En naar deze Professor Gobelijn dwaalden gisteren mijn gedachten af.
Ik ging samen met Bernard naar het ROM, het Royal Ontario Museum, een absolute aanrader, voor iedereen. Wil je iets te weten komen over de Middeleeuwen? Ga naar het ROM. Hoe ziet een echte Canadese kano er uit? Je kan het zien in het ROM. Hoe werden de Chinese rijken begraven? In het ROM vind je er alles over. En Brugse wandtapijten? Jawel... het ROM. En wat in verband met de wereldtentoonstelling van 2010 in Sjangai? Meer info in het ROM. Overblijfselen van een T-Rex of Brachiosaurus? Het is in het ROM dat je zijn moet. En gisteren zijn wij daar dus naartoe geweest, naar het ROM. Vanaf half vijf, want dan kan je voor de helft van de prijs een toegangskaartje versieren en tot sluitingstijd - vrijdag om 21:30 - in dit volgepropte gebouw ronddwalen. We hebben het ongeveer tot dan uitgehouden, ondergedompeld in een overdaad aan informatie en allerhande overweldigende indrukken. Een meer dan 4 uur durende wandeling doorheen kunst, kitch en geschiedenis. Een bevredigende tocht in Het Museum van Alles, of toch bijna alles, want hoezeer we ook zochten, we hebben geen Velociraptor gevonden. 

woensdag 27 augustus 2008

Niet toegelaten

Zondag was het verschrikkelijk heet. Ik liep met Catharine langs de Danforth op zoek naar een nieuwe fiets - haar vorige exemplaar rijdt nu waarschijnlijk rond onder één of andere jongeling met losse handjes. Het was zodanig heet dat ik snakte naar een drankje, en net op dat moment, als uit de hemel gezonden, dook aan de overkant van de straat een bierwinkel op - bier wordt hier niet in de supermarkt verkocht, maar in een winkel die daarvoor een speciale vergunning heeft; hetzelfde geldt trouwens voor andere alcoholhoudende dranken, ook daar zijn gespecialiseerde winkels voor. Het idee alleen al van een frisse Hoegaarden op mijn uitgedroogde tong, deed het laatste beetje vocht dat nog in mijn lichaam aanwezig was langs mijn mondhoeken naar buiten lopen. Nog sneller dan de bliksem maakte ik aanstalten om de straat over te steken en twee gekoelde blanchekes uit de rekken te halen. Maar blijkbaar had de warmte zich van mij meester gemaakt en stond ik niet stil bij de mogelijke gevolgen, want hier in Ontario is zoiets gewoon ondenkbaar. Bier drinken op straat is een strafbaar feit, en kan zelfs op straatfestivals enkel op daarvoor voorziene plaatsen. Daarenboven mogen min 19-jarigen zelfs niet op die plaatsen aanwezig zijn, of ze nu alcohol gebruiken of niet, begeleid worden door een meerderjarige of het er alleen op willen wagen zich tussen dronkelui te begeven. Alcohol op straat niet toegelaten dus, voor een inwijkeling uit België een hoogst eigenaardig verbod.
Maar ook in Vlaanderen is verre van alles toegelaten. Ik kreeg vandaag een berichtje in mijn electronische brievenbus met een kopijtje van een proces verbaal. Blijkbaar heb ik tijdens de laatste dagen van mijn blitzbezoek in België mij net iets te hard gehaast om mijn tijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken. En blijkbaar vond de plaatselijke politie het ook nodig om op diezelfde dag, op datzelfde tijdstip en op diezelfde plaats hun nieuw speelgoed uit te testen en foto's te nemen van gehaaste voorbijgangers. Snel rijden niet toegelaten, zelfs niet in België...
Er zijn genoeg voorbeelden te vinden van kinderen niet toegelaten zonder volwassen begeleiding. Maar nog nooit eerder - tot gisteren dan - zag ik dit hoogst eigenaardig verbod. Aan de rand van Moss Park is een speeltuin waar geregeld kindergeroep en -getier boven het geluid van de wagens en motoren uitstijgt. Glijbanen, schommels, een wip, en een handvol fonteinen die voorbijgangers de stuipen op het lijf jagen, telkens een kleine pagadder de link legt tussen de grote rode rad-van-fortuin-knop, en het spuitende water. Duidelijk een strategische opstelling om ongewenste bezoekers snel de ernst van hun overtreding te laten inzien. Dit is het rijk der kinderen, bengels aller landen, rassen en culturen, deugnieten die maar al te graag het risico nemen zelf een koude douche te krijgen bij een poging om een grown-up te grazen te nemen. Geen wonder dat dit verbod er geldt, uit veiligheidsoverwegingen voor de oudere soort, uit bescherming tegen al dat jong en energiek geweld. Volwassenen niet toegelaten zonder begeleiding van kinderen.

zondag 24 augustus 2008

Geduld

Geduld heeft België aan twee triomfen geholpen. Lik op stuk voor zij die achterover leunend in de zetel, met een pint in de linkerhand en de afstandsbediening in de andere, negatieve kritiek uitend op de prestaties van onze atleten en vloekend dat de sport in ons land naar de kloten is. Waarschijnlijk werd onze zilveren medaille door sommigen zelfs eerder toegeschreven aan het falen van de favorieten dan aan de sterkte van ons eigen team. Maar we hebben die zilveren plak, zelfs een gouden, en een oprecht applaus van mij vanuit Toronto, en absoluut niet alleen voor hen die zwaarder beladen van het vliegtuig stappen in Zaventem!
Geloof is alles wat nodig was, en een beetje geduld. Het zijn ongetwijfeld precies deze twee dingen die ik nog even moet volhouden in verband met mijn werkvergunning. De aanvraag is binnen, richting Canadian Consulate General in Buffalo, Verenigde Staten van Amerika. Alle documenten zijn - voor zover ik weet - volledig ingevuld, vergezeld van een CV, een paar certificaten, een kopij van identiteitspapieren, een betaling en een paar foto's waarop je vooral niet mag lachen - een regel die is ingevoerd sinds 11 september 2001, op aandringen van het enige buurland dat Canada rijk is. Terroristen zijn serieuze mensen, en als ze op missie zijn, is er bij al die concentratie geen plaats voor een glimlach. Dan wordt het natuurlijk heel erg moeilijk om hen te herkennen als op hun pasfoto de mondhoeken wel naar boven zijn gericht. Blijkbaar een redenering waarvan de logica aan ons Europeanen volkomen voorbij gaat. In elk geval, de foto's zijn opgestuurd en het enige dat ik nu kan doen is geduld hebben. Om te beginnen weet ik bijvoorbeeld niet hoelang de post er over doet om de brief bij de gewenste instanties af te leveren. Canada is een paar keer groter dan België, en om evidente redenen bestaat daarom geen systeem van D+1 aflevering. Daarbij komt nog eens dat de brief aan de grens hoogst waarschijnlijk wordt onderzocht op de aanwezigheid van wit poeder - ook al is hij niet aan John McCain gericht - en dan wordt overgedragen aan de Yankee postbodes. Geduld dus.
Ondertussen blijkt mijn netwerk zich hier uit te breiden, vooral door mijn weekendactiviteiten met de juiste mensen te plannen. De kans is niet klein dat ik een vrij belangrijke coaching opdracht bij een vooraanstaand bedrijf kan versieren, en ondertussen ben ik gevraagd om een kijkje te gaan nemen op de IT-afdeling van een ander bedrijf en misschien een paar verbeteringen voor te stellen. Gisteren heb ik dan terug andere contacten gelegd om precies hetzelfde te doen voor één van de eerste dot-commers, en nog steeds een erg belangrijke speler op de markt. En ook al ben ik momenteel een heel groot deel van mijn tijd professioneel bezig, het effectief opstaan om naar een bedrijf te gaan zal de eerste dagen lastig zijn, vrees ik. Maar daarom ben ik hier, dus laat ze maar komen!
Het weekend zit er terug bijna op, de vleesetende muggen op het BBQ-feestje van zaterdag hebben een mooie reliëftekening op mijn rechterarm en -been achtergelaten - mijn linkerkant blijkt minder sappig te zijn - en deze hete en uiterst vochtige dag heeft mij letterlijk uitgewrongen, dus ga ik mij nu rustig onderdompelen in een lekker lauw badje, met op de achtergrond een paar Jazz-noten om bij weg te dromen. En morgen? Morgen heb ik een hele hoop werk, opgesplitst in concrete taken, en één daarvan is... geduld oefenen. 

donderdag 21 augustus 2008

Dertien

Dertien dagen op de Spelen
Dreigen stilaan te vervelen
Steeds berichten moeten horen
Over lappen rond de oren
Dat de Belgen daar nu krijgen
Het niveau van de atleten
Is inflatie bij mijn weten
En maar hopen dat 2 dagen
Nog het doembeeld kan verjagen
Dat de Brabançonne moet zwijgen
Voor het eerst sinds lang geleden
Wordt metaal totaal gemeden
En zolang we zelf niets winnen
Haalt het gastland alles binnen
Om aan hun zegestok te rijgen
Laat ons naar medailles trachten
Van diegenen die nog wachten
En pas nu in actie komen
Naar een overwinning stomen
Criticasters laten zwijgen