zaterdag 30 augustus 2008

Professor in alles

Terwijl in Vlaanderen Suske en Wiske waarschijnlijk het meest gelezen werd, was ik als kind vooral een grote fan van Jommeke. Ook vandaag nog. De tiener met zijn strooien dakje, de eeuwig verliefde  papegaai en meer rare dan normale vrienden weet me nog altijd te boeien met zijn ongelofelijke avonturen. Maar de meest tot de verbeelding sprekende figuur is voor mij altijd Professor Gobelijn geweest. Een super-verstrooide professor, uitvinder van de vliegende bol, en tegelijkertijd vloek en redder van Zonnedorp. Aan de poort van zijn huis hangt een bord met het opschrift:
Professor J. Gobelijn
Professor in alles
Er is werkelijk geen domein te vinden waarin Jeremias niet de slimste mens ter wereld is. Of misschien wel, er is tot nog toe geen enkele aflevering waarbij hij een relatie met een vrouw aangaat - tenzij Melanie dan. En naar deze Professor Gobelijn dwaalden gisteren mijn gedachten af.
Ik ging samen met Bernard naar het ROM, het Royal Ontario Museum, een absolute aanrader, voor iedereen. Wil je iets te weten komen over de Middeleeuwen? Ga naar het ROM. Hoe ziet een echte Canadese kano er uit? Je kan het zien in het ROM. Hoe werden de Chinese rijken begraven? In het ROM vind je er alles over. En Brugse wandtapijten? Jawel... het ROM. En wat in verband met de wereldtentoonstelling van 2010 in Sjangai? Meer info in het ROM. Overblijfselen van een T-Rex of Brachiosaurus? Het is in het ROM dat je zijn moet. En gisteren zijn wij daar dus naartoe geweest, naar het ROM. Vanaf half vijf, want dan kan je voor de helft van de prijs een toegangskaartje versieren en tot sluitingstijd - vrijdag om 21:30 - in dit volgepropte gebouw ronddwalen. We hebben het ongeveer tot dan uitgehouden, ondergedompeld in een overdaad aan informatie en allerhande overweldigende indrukken. Een meer dan 4 uur durende wandeling doorheen kunst, kitch en geschiedenis. Een bevredigende tocht in Het Museum van Alles, of toch bijna alles, want hoezeer we ook zochten, we hebben geen Velociraptor gevonden. 

woensdag 27 augustus 2008

Niet toegelaten

Zondag was het verschrikkelijk heet. Ik liep met Catharine langs de Danforth op zoek naar een nieuwe fiets - haar vorige exemplaar rijdt nu waarschijnlijk rond onder één of andere jongeling met losse handjes. Het was zodanig heet dat ik snakte naar een drankje, en net op dat moment, als uit de hemel gezonden, dook aan de overkant van de straat een bierwinkel op - bier wordt hier niet in de supermarkt verkocht, maar in een winkel die daarvoor een speciale vergunning heeft; hetzelfde geldt trouwens voor andere alcoholhoudende dranken, ook daar zijn gespecialiseerde winkels voor. Het idee alleen al van een frisse Hoegaarden op mijn uitgedroogde tong, deed het laatste beetje vocht dat nog in mijn lichaam aanwezig was langs mijn mondhoeken naar buiten lopen. Nog sneller dan de bliksem maakte ik aanstalten om de straat over te steken en twee gekoelde blanchekes uit de rekken te halen. Maar blijkbaar had de warmte zich van mij meester gemaakt en stond ik niet stil bij de mogelijke gevolgen, want hier in Ontario is zoiets gewoon ondenkbaar. Bier drinken op straat is een strafbaar feit, en kan zelfs op straatfestivals enkel op daarvoor voorziene plaatsen. Daarenboven mogen min 19-jarigen zelfs niet op die plaatsen aanwezig zijn, of ze nu alcohol gebruiken of niet, begeleid worden door een meerderjarige of het er alleen op willen wagen zich tussen dronkelui te begeven. Alcohol op straat niet toegelaten dus, voor een inwijkeling uit België een hoogst eigenaardig verbod.
Maar ook in Vlaanderen is verre van alles toegelaten. Ik kreeg vandaag een berichtje in mijn electronische brievenbus met een kopijtje van een proces verbaal. Blijkbaar heb ik tijdens de laatste dagen van mijn blitzbezoek in België mij net iets te hard gehaast om mijn tijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken. En blijkbaar vond de plaatselijke politie het ook nodig om op diezelfde dag, op datzelfde tijdstip en op diezelfde plaats hun nieuw speelgoed uit te testen en foto's te nemen van gehaaste voorbijgangers. Snel rijden niet toegelaten, zelfs niet in België...
Er zijn genoeg voorbeelden te vinden van kinderen niet toegelaten zonder volwassen begeleiding. Maar nog nooit eerder - tot gisteren dan - zag ik dit hoogst eigenaardig verbod. Aan de rand van Moss Park is een speeltuin waar geregeld kindergeroep en -getier boven het geluid van de wagens en motoren uitstijgt. Glijbanen, schommels, een wip, en een handvol fonteinen die voorbijgangers de stuipen op het lijf jagen, telkens een kleine pagadder de link legt tussen de grote rode rad-van-fortuin-knop, en het spuitende water. Duidelijk een strategische opstelling om ongewenste bezoekers snel de ernst van hun overtreding te laten inzien. Dit is het rijk der kinderen, bengels aller landen, rassen en culturen, deugnieten die maar al te graag het risico nemen zelf een koude douche te krijgen bij een poging om een grown-up te grazen te nemen. Geen wonder dat dit verbod er geldt, uit veiligheidsoverwegingen voor de oudere soort, uit bescherming tegen al dat jong en energiek geweld. Volwassenen niet toegelaten zonder begeleiding van kinderen.

zondag 24 augustus 2008

Geduld

Geduld heeft België aan twee triomfen geholpen. Lik op stuk voor zij die achterover leunend in de zetel, met een pint in de linkerhand en de afstandsbediening in de andere, negatieve kritiek uitend op de prestaties van onze atleten en vloekend dat de sport in ons land naar de kloten is. Waarschijnlijk werd onze zilveren medaille door sommigen zelfs eerder toegeschreven aan het falen van de favorieten dan aan de sterkte van ons eigen team. Maar we hebben die zilveren plak, zelfs een gouden, en een oprecht applaus van mij vanuit Toronto, en absoluut niet alleen voor hen die zwaarder beladen van het vliegtuig stappen in Zaventem!
Geloof is alles wat nodig was, en een beetje geduld. Het zijn ongetwijfeld precies deze twee dingen die ik nog even moet volhouden in verband met mijn werkvergunning. De aanvraag is binnen, richting Canadian Consulate General in Buffalo, Verenigde Staten van Amerika. Alle documenten zijn - voor zover ik weet - volledig ingevuld, vergezeld van een CV, een paar certificaten, een kopij van identiteitspapieren, een betaling en een paar foto's waarop je vooral niet mag lachen - een regel die is ingevoerd sinds 11 september 2001, op aandringen van het enige buurland dat Canada rijk is. Terroristen zijn serieuze mensen, en als ze op missie zijn, is er bij al die concentratie geen plaats voor een glimlach. Dan wordt het natuurlijk heel erg moeilijk om hen te herkennen als op hun pasfoto de mondhoeken wel naar boven zijn gericht. Blijkbaar een redenering waarvan de logica aan ons Europeanen volkomen voorbij gaat. In elk geval, de foto's zijn opgestuurd en het enige dat ik nu kan doen is geduld hebben. Om te beginnen weet ik bijvoorbeeld niet hoelang de post er over doet om de brief bij de gewenste instanties af te leveren. Canada is een paar keer groter dan België, en om evidente redenen bestaat daarom geen systeem van D+1 aflevering. Daarbij komt nog eens dat de brief aan de grens hoogst waarschijnlijk wordt onderzocht op de aanwezigheid van wit poeder - ook al is hij niet aan John McCain gericht - en dan wordt overgedragen aan de Yankee postbodes. Geduld dus.
Ondertussen blijkt mijn netwerk zich hier uit te breiden, vooral door mijn weekendactiviteiten met de juiste mensen te plannen. De kans is niet klein dat ik een vrij belangrijke coaching opdracht bij een vooraanstaand bedrijf kan versieren, en ondertussen ben ik gevraagd om een kijkje te gaan nemen op de IT-afdeling van een ander bedrijf en misschien een paar verbeteringen voor te stellen. Gisteren heb ik dan terug andere contacten gelegd om precies hetzelfde te doen voor één van de eerste dot-commers, en nog steeds een erg belangrijke speler op de markt. En ook al ben ik momenteel een heel groot deel van mijn tijd professioneel bezig, het effectief opstaan om naar een bedrijf te gaan zal de eerste dagen lastig zijn, vrees ik. Maar daarom ben ik hier, dus laat ze maar komen!
Het weekend zit er terug bijna op, de vleesetende muggen op het BBQ-feestje van zaterdag hebben een mooie reliëftekening op mijn rechterarm en -been achtergelaten - mijn linkerkant blijkt minder sappig te zijn - en deze hete en uiterst vochtige dag heeft mij letterlijk uitgewrongen, dus ga ik mij nu rustig onderdompelen in een lekker lauw badje, met op de achtergrond een paar Jazz-noten om bij weg te dromen. En morgen? Morgen heb ik een hele hoop werk, opgesplitst in concrete taken, en één daarvan is... geduld oefenen. 

donderdag 21 augustus 2008

Dertien

Dertien dagen op de Spelen
Dreigen stilaan te vervelen
Steeds berichten moeten horen
Over lappen rond de oren
Dat de Belgen daar nu krijgen
Het niveau van de atleten
Is inflatie bij mijn weten
En maar hopen dat 2 dagen
Nog het doembeeld kan verjagen
Dat de Brabançonne moet zwijgen
Voor het eerst sinds lang geleden
Wordt metaal totaal gemeden
En zolang we zelf niets winnen
Haalt het gastland alles binnen
Om aan hun zegestok te rijgen
Laat ons naar medailles trachten
Van diegenen die nog wachten
En pas nu in actie komen
Naar een overwinning stomen
Criticasters laten zwijgen

maandag 18 augustus 2008

Verslag

Heel kort, want de dag zit er ook voor mij bijna op. Werkaanbiedingen beginnen stilaan hun weg te vinden in mijn richting. De onduidelijkheden met de dienst immigratie klaren uit. Ik kwam vanavond vrij moe thuis van een eerste dag gratis opleiding Certified Scrum Master - waarvoor ik een paar jaar geleden al in België veel te veel euro op tafel heb gelegd. En na een uurtje ronddobberen in het zwembad van mijn appartementsgebouw, geniet ik nu met volle teugen van een glas rode wijn uit Niagara, net voor het slapen gaan.
Al heb ik veel inspiratie om vanalles en nog wat neer te schrijven, mijn dagen beginnen zich zodanig vol te proppen, vooral met professionele dingen, dat ik momenteel meer nood heb aan voldoende nachtrust dan aan het verslaan van mijn verhalen. Geen vrees echter. In dit geval is uitstel zeker en vast geen afstel!

woensdag 13 augustus 2008

De knoop ontward

Wanneer ik hier begin juni voet aan grond zette, had ik een duidelijk beeld van wat me te wachten stond. Een mening, opgebouwd uit een beetje online literatuur, maar vooral uit gesprekken en ervaringen van anderen, gaf me het gevoel dat ik een oorlog begon die ik onmogelijk kon verliezen. Ik had mezelf, en dus alle nodige wapens op zak om de verwachte weerstand het hoofd te bieden en vrij snel geïntegreerd te zijn en aan de Canadese samenleving deel te nemen. Dus wanneer ik hier begin september voet aan grond zette, had ik een duidelijk beeld van wat me te wachten stond... dacht ik.
Al snel bleek mijn streefdoel om binnen de maand woonst, bankrekening en werk voor mekaar te krijgen, onhaalbaar. Maar uiteindelijk slaagde ik toch in twee derden van mijn opdracht, binnen diezelfde maand. Alleen een plaatsje bemachtigen op de arbeidsmarkt bleek problematisch. Niet zozeer omdat ik niet over het juiste profiel beschik, of onvoldoende ervaring op tafel kan gooien, maar vooral omwille van mijn status als buitenlands bezoeker. Geen werkvergunning betekent geen werk, en geen werkaanbod betekent geen werkvergunning. Ook een contract aangaan via mijn Belgisch bedrijf bleek niet zomaar te kunnen, van zodra de fysieke aanwezigheid in Canada is vereist, kan je geen job of contract aannemen zonder stempel.
Gelukkig leverde mijn strategische aanwezigheid op een conferentie vorige week mij een paar gesprekken op. Het jobinterview van gisteren bijvoorbeeld was er één om duimen en vingers van af te likken. Niet zozeer het slaatje in het Fairview winkelcentrum, maar wel het resultaat van mijn gesprek met de oprichter en bedrijfsleider van een plaatselijke consulentenboite kon niet lang genoeg nasmaken: een uitnodiging om volgende week een peperdure cursus volledig gratis bij te wonen, en onder voorbehoud een aanbod voor een job. Onder voorbehoud van het binnenhalen van minstens één van de contracten die in de pijplijn zitten. De voorgenoemde cursus past perfect in het plaatje, want de bedrijfsleider waarvan sprake geeft hem, en één van de belangrijke bijna-klanten stuurt een aantal medewerkers. Een ideale kans om eventueel toekomstige collega's nu al in levende lijve te ontmoeten. Nog geen zekerheid dus, maar alleszins een hoopvolle evolutie.
Vandaag wilde ik dus alle laatste onduidelijkheden rond werkvergunningen van de baan krijgen. Terwijl ik tijdens mijn aanwezigheid hier mijn mening over het werkvergunningsproces van eenvoudig naar superingewikkeld zag evolueren, vond ik, na een lange dag alle op het net beschikbare telefoonnummers in te toetsen, en de bijhorende automatische menu's te doorlopen op zoek naar de juiste cijfercombinatie die mij een gesprek met een niet in West-Vlaams Engels gedigitaliseerde stem opleverde - het leek alsof ik de lotto aan het spelen was -, wat ik nodig had: waarschijnlijk de enige persoon in Canada die kon antwoorden op mijn vragen. Twee maanden lang heb ik geprobeerd deze persoon aan de lijn te krijgen, en uiteindelijk was het zover, omstreeks kwart voor vier plaatselijke tijd, een kwartier voor de deuren van de overheidsdiensten sluiten. Een vriendelijke dame langs de andere kant van de lijn luisterde aandachtig naar mijn vragen. "Het enige wat u moet doen, meneer, is met een job aanbod en een bewijs van ervaring het land binnenkomen. In de functie die u wil opnemen bent u vrij van verder onderzoek." Eindelijk! Een klaar en duidelijk antwoord dat mensen zoals ik begrijpen. Voor functie 2171 in niveau OA is geen onderzoek nodig van de Human Resources and Social Development Canada. Meer nog, net zoals ik aanvankelijk dacht, maar later achterhaald leek te zijn, ik moet enkel maar even de grens oversteken om de juiste stempel in mijn paspoort te krijgen. Niemand in het land die deze vraag kon beantwoorden tot vandaag, kwart voor vier, een kwartier voor het neerleggen van de telefoon bij de help desk van de dienst immigratie. Enig voorbehoud, toch. Aan de grens bij de Verenigde Staten is men niet verplicht de werkvergunning af te leveren, tenzij voor burgers van de Verenigde Staten zelf. De vriendelijke dame zei me alleszins mijn geluk te beproeven om zo een dure vlucht naar België te proberen vermijden, maar garanties op succes kon en wilde ze me niet geven. Afhankelijk van welk been de van dienst zijnde douanier uit bed heeft gejaagd kan ik snel aan mijn vergunning geraken. Zoniet moet ik terug het vliegtuig op, en kan ik nogmaals de loszittende schroeven aan de vleugels tellen... 

dinsdag 12 augustus 2008

Bijna

Niet dat ik zwart-wit door het leven ga, maar ik heb het gevoel dat bijna dezer dagen net iets te veel in de mond wordt genomen, vooral bij dingen waar we zelf voor verantwoordelijk zijn. Het is als een excuus om niet te moeten uitblinken, om met de tweede plaats tevreden te zijn. "Het is ok, want ik ben tweede, dus ik heb bijna gewonnen." Voor je het weet wordt dit excuus om niet de beste te zijn het doel, bijna winnen. En waar stopt deze uitholling van gezonde verwachtingen dan? Bijna goud is zilver, of zelfs een bronzen medaille. Bijna een medaille is aanwezig zijn in de finale. En bijna de finale is zo goed als deelnemen. En jazeker, de olympische gedachte deelnemen is belangrijker dan winnen bevat deze grote waarheid, maar deelnemen zonder ambitie om te winnen, of minstens zo hoog mogelijk te eindigen, lijkt geen onderdeel van deze eeuwenoude gedachte, gebeiteld uit de blote lijven van de Grieken uit de oudheid. Voor je het weet neem je bijna deel, en sta je volledig buiten spel.
Bijna een halve finale voor Mathieu Fonteyn in de 200 m vlinderslag. Bijna een bronzen medaille voor Dirk Van Tichelt bij het judo. Onze journalisten lijken zich meer en meer neer te leggen bij de sportieve suprematie van andere landen ten opzichte van ons kleine België, te buigen voor het bijna, de waarde te negeren en het gepaste respect te tonen voor de prestaties van onze atleten, los van enige rangschikking; geen bijna iets beters, maar goed en zelfs schitterend op zichzelf! Voorbeelden genoeg van bijna op deze spelen, maar ook erbuiten. Bijna een akkoord voor de staatshervorming. Bijna een regering.
Wat is precies het gevoel bij bijna? Teleurstelling vanwege het net niet, het bereikbaar lijken van het doel, maar het uiteindelijk toch niet halen? Woede omwille van een ondermaatse prestatie? Of is het een gevoel van onmacht tegenover het universum, dat net als een dobbelsteen of een muntje beslist wie het helemaal, en wie het bijna haalt? Bijna lijkt in het leven geroepen door hen die de realiteit van de eindstreep niet onder ogen willen zien. Want bijna winnen klinkt als niet verliezen, een nuance die blijkbaar belangrijker is langs de donkere zijde van de medaille. Ooit al iemand horen zeggen dat zij of hij bijna tweede werd, terwijl het goud om de nek wordt gehangen?
Ik wil van geen bijna weten. Ik ben niet bijna naar Canada gekomen, ik heb het gedaan. Ik heb niet bijna werk gevonden, hoe dicht ik er ook bij was; ik heb het nog niet gevonden, wat ook de reden daarvoor moge zijn - al lijkt deze stelling sinds ik dit artikel aanvatte achterhaald, meer daarover hopelijk in een paar weken.
Wat was de moraal nu ook alweer? Juist ja, ik was het bijna vergeten. Als je iets doet, gá er dan ook voor, niet voor 99%, niet voor bijna 100%, maar geef het volle pond! Zorg zelf dat er geen verwijten mogelijk zijn, niet tegenover jezelf, niet tegenover anderen en ook niet tegenover het universum. Als je het haalt heb jij ervoor gezorgd, als je het bijna haalt ook.
En daarom hoedje af voor elke atleet op de spelen, Belgisch, Vlaams, Waals, Canadees, Chinees, maakt allemaal niet uit. Een voorbereiding van jaren en één kans om het te maken. Één kans om in de olympische tabellen te worden opgenomen en niet door de journalisten als bijna te worden vereeuwigd. Hoedje af voor wat ze wél doen, voor het geloof dat ze hebben in zichzelf! En ik geloof er ook in, we halen niet bijna een medaille, maar we halen er minstens één!

zaterdag 9 augustus 2008

Als België

Regen, regen en nog eens regen. Los van het feit dat het vrij warm is, en een onweer van op het 17de best wel een aangenaam schouwspel is, blijft regen net als in België niet al te lang boeien. Een hele godganse dag staan de hemelsluizen open, en niemand die er de weg naartoe vindt om ze dicht te slaan.
Veel goesting om buiten te lopen heb ik dan ook niet, momenteel. Mijn opgezwollen linkerbovenlip doet mij er een beetje raar uitzien - nog steeds normaler dan sommige gevallen in deze buurt -, een geschenk van ik-weet-niet-welk-ongedierte-dat-het-gisterenavond-nodig-vond-om-gif-in-mijn-lip-te-spuiten. Ervoor was ik nog met Catharine op het Danforth festival, een straatfestival in Greek Town waar alle restaurantjes één weekend in het jaar een kleine heel erg smakelijke hap op straat serveren, uiteraard begeleid door de Sirtaki.
En wat zich gisteren laat manifesteerde is vandaag nog duidelijker naar boven gekomen. Doodop... Een hele week netwerken en aandachtig aan interactieve sessies deelnemen, na de ene sessie snel naar de andere hollen, en 's avonds met een aantal vrienden uithangen, heeft zijn sporen nagelaten. Ik was waarschijnlijk nog niet helemaal gerecupereerd van mijn jachtige passage door België en mijn terugreis, ben onmiddellijk in die drukke conferentie-week gedoken, en zit nu voor het eerst terug op de zetel, met een beetje tijd voor mezelf.
Om mij toch ietwat nuttig te maken heb ik snel de stofdoek en de dweil door mijn appartementje gejaagd, maar voor de rest is van activiteit niet veel te bespeuren. Het wordt een korte avond vandaag. Tijd voor een komma, een rustpauze in deze drukke opeenvolging van activiteiten. Morgen landt een andere vriend in Toronto, om maandag al weer onderweg te zijn naar andere oorden in dit mooie grote land. Maandag zou ik een interview hebben met een consultingbureau, en dinsdag heb ik er met zekerheid eentje met een potentiële werkgever, het resultaat van een drukke, en nu al waardevolle week. Laat ons hopen dat die waarde volgende week nog een hele hoop opgekrikt kan worden! 

woensdag 6 augustus 2008

Conferentie

Agile 2008 is uiteindelijk echt van start gegaan. Nadat ik maandagavond nog met een volle maag op het voor mij totaal verrassende openingsbanket aankwam, en daarna nog met een aantal mensen bij een paar glazen bier over alle soorten uiterst boeiende agile technieken filosofeerde, was ik gisterenmorgen net op tijd voor de openingsspreekbeurt. De auteur van The Wisdom of Crowds kon moeiteloos het talrijk opgekomen publiek redden van de vervelingsdood, en bewees in één adem dat het collectief verstand van dit allegaartje overwegend schijnbaar wereldvreemde computeridioten uit alle hoeken van diezelfde wereld, over kennis beschikt die zelfs nergens in boeken staat neergeschreven. En hoewel veel van de aangehaalde voorbeelden voor een stuk konden uitgelegd worden aan de hand van de wet van grote getallen, is er in The Wisdom of Crowds zeker en vast nog een andere dimensie aanwezig.
Maar wat tot nu toe het meeste indruk op mij heeft gemaakt is zonder enige twijfel het publiek. Jazeker, op gelijkaardige Europese conferenties in verband met Agile technieken vind je ze ook wel, maar tot nu toe had ik het gevoel dat het merendeel niet tot de categorie van computeridioten moest worden gerekend, of tenminste toch niet tot de categorie waar ik mezelf ook niet bijreken...
com∙pu∙ter∙idi∙oot (de ~) iemand die zich uitsluitend met computers bezighoudt, en daarbuiten geen belangstelling heeft; contaminatie van computerfreak en vakidioot
Tegelijkertijd valt het me ook op dat de abolute meerderheid van de deelnemers van deze wereldconferentie - zo heb ik het altijd geïnterpreteerd - uit de VS komt en dat deze zonder enige twijfel het gemiddelde soortelijk gewicht van de aanwezigen de hoogte in jagen.
Maar gelukkig zijn er voor de aandachtige bezoeker meer dan genoeg andere interessante weetjes te rapen, laat ze mij even kort aanhalen in de volgende 10 punten. Ik leerde dat:
  • collectief België slimmer is dan de regering
  • fietsbanden het kunnen begeven bij het opspringen van een stoeprand
  • het sprookje van sneeuwwitje en de zeven dwergen verplichte lectuur zou moeten zijn
  • schoenen uit natuurlijk materiaal spontaan ontbinden bij een hevige tropische regenbui
  • het verleden er altijd zal zijn
  • er nog heel wat toeristische attracties bestaan in Toronto die ik vroeg of laat wil bezoeken
  • de mythe van grootheden snel kan verpulveren bij een persoonlijk gesprek
  • mijn engels accent herkenbaar is als eentje uit de lage landen
  • Starbucks koffie uit een porseleinen kop bijlange niet slecht is
  • de kans dat Mc Cain het haalt bij de presidentsverkiezingen in de VS helemaal niet zo klein is als in Europa wordt aangenomen 

zondag 3 augustus 2008

Caribana

Elk jaar rond eind juli ontwaken de straten aan de oevers van het Ontariomeer te midden van een bont gekleurd gezelschap en een overdaad aan Latijnse muziek. Een carnavalesk gebeuren dat telkens een massa nationale en internationale nieuwsgierigen naar de stad lokt. Vandaag stond in de krant te lezen dat de Caribana parade gisteren één miljoen bezoekers trok.
Gisterenmiddag. Ik hoor voor het eerst van het bestaan van deze parade, dus ik moet en zal erbij zijn. Snel nog even boodschappen doen om mijn lege koelkast terug wat voedsel te geven, en mijn gasten vanavond nog een snelle hap te kunnen aanbieden. Nog sneller de hoofdkussens en reserve lakens vakkundig onder het zetelbed moffelen en... POEF! De electiciteit maakt plaats voor een branderige geur. Een fractie van een seconde later valt een CO detector op het parket. Bij het openen van de zetel heb ik dergelijke druk op de in het stopcontact zittende toestel gezet, dat het hele stopcontact volledig uit zichzelf uit de muur is komen kruipen, en het binnenwerk een kortsluiting veroorzaakte. Resultaat: stopcontact in flarden en zekering gesprongen - geen automaten hier, dus die zekering moet vervangen worden.
Op zich is het gevaar voor een koolstofmonoxide-vergiftiging vrij veraf, maar een falende stroomkring die ongeveer 75 percent van alle stopcontacten en verlichting in mijn appartement voedt, is een ongepast welkomsbericht voor de bezoekers die slecht binnen een aantal uren op Pearson International landen. Het is zaterdag en de concierge is niet aanwezig, dus er zit niets anders op dan met het schaamrood op de wangen de situatie uit te leggen aan de van wacht zijnde helpdesk-voor-dringende-gevallen-bediende. "De concierge zal u zo snel mogelijk bellen om een afspraak te maken en het euvel te herstellen." Al goed, de Caribana parade duurt nog tot 6 uur, dus op die paar minuten zal het nu ook wel niet aankomen. Ondertussen moet ik jammer genoeg vaststellen dat er geen enkele kring is met dezelfde stroomsterkte, zodat ik ook geen andere zekering kan nemen om deze belangrijke stopcontacten weer onder stroom te krijgen.
Het is nu al 2 uur later en ik heb nog steeds geen telefoon mogen ontvangen, dus ik bel terug naar de helpdesk-voor-dringende-gevallen. "Heeft men u nog niet gebeld? Ik zal nogmaals contact opnemen met de concierge." Nog een uurtje wachten en dan is mijn geduld op. Ik stap op de fiets en haal een nieuw stopcontact en genoeg zekeringen om in de nabije toekomst zeven keer dommer dan een ezel door het leven te gaan.
Eens thuisgekomen doe ik de nodige herstellingen en precies 3 minuten en 26 seconden later is er terug overal electriciteit en kan ik uiteindelijk naar Caribana vertrekken. De klok staat op 17u53... Dus geen parade voor mij dit jaar, geen 1 miljoen en één bezoekers. Maar mijn gasten beschikken wel over alle electriciteit waar ze recht op hebben.
Vandaag is er ondertussen meer dan 24 uur verstreken na mijn eerste telefoontje met de helpdesk-voor-dringende-gevallen, en ik wacht nog steeds op antwoord van de concierge. Slechts één vraag heb ik voor hem als hij belt: "Wat is het telefoonnummer van de helpdesk-voor-nog-dringendere-gevallen?"

zaterdag 2 augustus 2008

Over tijdzones

Nu ben ik het wel zeker. De beste manier om een jet lag te verteren is volop de Gentse Feesten vieren. Je hoeft helemaal niet van tijdzone te veranderen. Het wordt een aantal uur eerder donker, dat is waar. De atmosfeer is al redelijk opgewarmd als je vanonder het dons kruipt, bier drink je veel te vroeg op de dag, en als je bij je ouders gaat eten krijg je al snel een biefstuk of lasagna voor een ongehoord vroeg ontbijt. Maar al bij al voelt de rest van de dag redelijk normaal aan. Ik heb nooit echt last gehad van het zes uren grote tijdsverschil dat mijn stekje op Sherbourne sheidt van mijn plekje in Kleempendorp. En ook de laatste dagen die mij na de Fieste nog restten in het leeuwenterritorium was het weinig zinvol om mij nog aan te passen aan de plaatselijke dagindeling. 
En nu ik terug ben en de eerste Torontoniaanse nachtrust achter de rug heb, ben ik alweer volop gesettled. In bed tegen 11u en slapen tot 7u30: de perfecte nacht! Al denk ik dat het quasi overslaan van vorige nacht - valiezen pakken, koelkast leegmaken, reizen - de volgende dagen een oorzaak zou kunnen zijn van een aantal geeuwtjens, tenzij een aantal sessies op de Agile 2008 conferentie met die twijfelachtige eer gaan lopen.