zaterdag 16 mei 2009

Willen

"Je kan alles aan, als je het maar genoeg wil." Een mantra waar iedereen zich waarschijnlijk al meerdere malen heeft aan recht getrokken: studenten in examenperiodes, sporters tijdens de finale van belangrijke wedstrijden, politici in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen, kinderen die hun eerste stapjes op twee benen wagen, noem maar op.
Begin februari dit jaar kreeg ik het bericht dat ik voor mijn aanvraag voor Canadees burgerschap - wat ik ruim een jaar eerder bij de ambassade in Parijs had ingediend - erkende documenten nodig had om mijn taalvaardigheid in de twee officiële landstalen te bewijzen. Toen ik woensdag de resultaten van zowel mijn franse als engelse testen kon afhalen, was ik eindelijk klaar om mijn dossier te vervolledigen en op te sturen naar de stad van de Moulin Rouge.
Maar onze hersenen kunnen als geen ander negatieve ervaringen naar de achtergrond duwen, en dus bleek de vrijdagmorgen die ik mezelf had gegeven om dit werkje te klaren ruim onvoldoende. Op één of andere manier had ik alweer geen rekening gehouden met de onduidelijkheid en complexiteit van de instructies van Canadese overheidsinstanties, waarvan ik sterk vermoed dat ze aan de basis liggen van de verveelvoudiging van het aantal grijze haren op mijn schedel. Dus in plaats van in de vroege namiddag bij de fotograaf langs te kunnen gaan om met recente foto's mijn dossier af te sluiten, zette ik omstreeks twee uur deze morgen de laatste nodige handtekening onder één van de documenten.
Het dossier telt momenteel een begeleidende brief en 36 bladzijden aan addenda, exclusief de 4 foto's volgens de juiste maten en gewichten, een attest van goed gedrag en zeden en een geboortecertificaat. De kans dat ik deze laatste documenten nog voor het ultimatum van 6 juni kan bemachtigen en ondertekenen is onwaarschijnlijk, dus ik hoop ze na te kunnen sturen.
De aard van de gevraagde gegevens is ronduit absurd. Er is onder andere een lijst van elke keer dat ik het Belgische grondgebied heb verlaten tijdens de laatste tien jaar. Ik kan mij persoonlijk niet meer herinneren wanneer ik de grens naar Nederland overstak, met de wagen, of zelfs met mijn fiets op weg naar de Westerschelde. Of de keren dat ik in Auchan een paar flessen wijn in mijn wagen laadde. Ik herinner mij zelfs niet precies wanneer ik op weg was naar besneeuwde bergtoppen om met latten onder mijn voeten naar beneden te glijden. Als je 33 bent, in een land als België woont, amper groter dan het meer dat ik vanaf mijn keukentafel hier kan bewonderen, en genoeg hebt aan zes vakjes om aan te geven wanneer je het grondgebied hebt verlaten, dan lijkt mij de kans dat je een document wil invullen om een extra nationaliteit aan te vragen... bijzonder klein.
Bovenop de kostprijs en het geduld dat iemand aan de dag moet leggen om de hele paperassenmolen zijn werk te laten doen, komt nu ook de moeilijkheid om de gevraagde documentatie aan te leveren. Dit versterkt enkel maar het vermoeden dat men wil testen hoe erg je deze procedure wel wil doorworstelen, hoe graag je een esdoornblad op je paspoort wil zien verschijnen. Maar blijkbaar heb ik mij ook nu niet laten ontmoedigen door deze artificiële obstakels, en dat heb ik dan weer te danken aan dat mantra: "Je kan alles aan, als je het maar genoeg wil."