zaterdag 28 juni 2008

Op zoek naar de kaas

In de gemiddelde Delhaize of Colruyt in België leidt de indringende kaasgeur je al snel naar de wit-geel-oranje-blauwe-groene muur waar je gerust ingrediënten kan vinden voor een paar kaasavonden, zelfs met verschillende thema's. De verscheidenheid aan kleuren en geuren valt ons eigenlijk niet meer op. Akkoord, sommige stinken meer dan andere, en er zijn er zelfs een aantal die je door de geur nauwelijks door je keel gepropt krijgt - de olifantenkaas op een wijndegustatie in Tirol knijpt spontaan mijn slokdarm dicht.
In tegenstelling tot in België kan je hier makkelijk een stukje van elk op je bord krijgen. Er is namelijk witte kaas... en oranje kaas, althans zo noemen ze het - al ben ik er van overtuigd dat je na een tijdje ook wel blauwe kaas in je koelkast kan vinden. Er is wel wat meer variatie dan dat, maar het is een vrij goede samenvatting van wat er te verkrijgen is. Kaastafel is dan ook niet de Canadese nationale schotel. Ik vraag me trouwens af of die überhaupt bestaat, waarschijnlijk iets met esdoornsiroop. Abraham zal de kaas hier dus niet in het grootwarenhuis vinden, of waarvoor anders dacht je dat hij die mosterd nodig had, misschien?
Het heeft echter geen zin om daar heel lang bij stil te blijven staan. Als de kaas niet is waar je hem verwacht, dan zal je hem elders moeten zoeken. Je kan dus best niet bij de pakken blijven zitten, en zoals Sniff en Scurry gewoon verder zoeken.
Een woonst in Toronto was niet waar ik dacht dat het was, maar kijk, hier zit ik, vanuit mijn luie zetel een verslagje te schrijven voor mezelf en het thuisfront. In de sofa die ik gisteren koos, als mecanodoos thuisgeleverd kreeg en tot volwaardige slaapbank omgetoverd heb. Een ander pakket moet wegens defect terug naar één van de plaatselijke Ik Kan Evengoed Alles-zelfinmekaarsteken winkels, maar ook dat komt wel in orde. Mijn bed is hier nog niet, maar deze nacht heb ik de slaapbank uitgetest, en goedgekeurd. Eindelijk mijn eigen plekje hier, eindelijk bijna volledig geïnstalleerd. Of zoals Martine Luther King het zou zeggen: "Free at last, free at last, god almighty we're free at last!"
Vandaag staan er nog wat inkopen op het programma, eten kopen, ook al is er een 24x7 restaurant net om de hoek, met daarnaast een vanalles-winkel met identieke openingsuren. Net zoals bij ons zijn dollarmunten een pak meer waard als je ze spendeert in een gewoon simpel grootwarenhuis. Dus snel even mijn rugzak klaarzetten, mijn fietsje uitplooien en hop!
Maar eerst nog dit berichtje publiceren. Gelukkig kan ik soms het internet op dank zij peaches, een onbekende vriend in de omgeving die graag zijn draadloze verbinding deelt met de buren. Heel af en toe bevind ik mij in de perimeter die peaches bedient, en heb ik net voldoende signaal om een paar websites open te gooien. Dit berichtje online zetten zou dus moeten lukken. Vanaf dinsdag is ook dat probleem van de baan, want dan heb ik mijn eigen mini-netwerkje, inclusief een dikke lijn naar België toe. Op de verjaardag van Canada zullen alle buren kunnen zien dat er plots een nieuwe naam tussen de beschikbare netwerken verschijnt, onbereikbaar voor hen wel-is-waar. Een netwerk-naam moet iets typerend zijn, vind ik. Bluespot was een mogelijkheid, Vlaanderen ook, maar uiteindelijk is het Scurry geworden. Scurry heeft een nieuwe brok kaas gevonden.

dinsdag 24 juni 2008

Ik en mijn grote mond...

Vrienden voor het leven! En zoals het echte kameraden betaamt, één dag de beste metgezel aan de toog, een ander moment een nagel aan je doodskist. Dinsdag 24 juni staat in mijn dagboek op een speciale manier vermeld, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn grote vriend. Hij hielp me aan het appartement waarvoor ik deze middag het contract ondertekende, amper een paar waterstralen verwijderd van Dundas Square - na een vrij lange zaterdagavond aan de toog, welteverstaan. De sleutels zitten in mijn broekzak, het contract ook, het toilet is uitgetest en goed bevonden, en de maten voor de verduistering staan op papier - in volgorde van uitvoering, anders had ik de ramen misschien opnieuw moeten opmeten.
En slechts een paar uur later dan de plechtige overhandiging van de toegang tot mijn eigen torontoniaanse plekje, heb ik een eerste gesprek met een potentiële klant. Ergens in de binnenstad in een oud gebouwtje in suite 1A, in de schaduw van de CN Toren, best wel leuk ingericht. Bij het binnenwandelen van de werkruimte merk ik de typische informele sfeer van een startend dynamisch software-bedrijf, als kom ik een donkere zolderkamer opgekropen waar een paar hippe programmeurs het door hen vermeende gat in de markt proberen op te vullen. De CTO met de klinkende familienaam O'Reilly, omringt door CEO en een met dreadlocks en rood-groen-zwart-hawaiig-hemd getooide ontwikkelaar zitten mij op te wachten.
De interviews zijn niet anders dan elders, al is er wel een vraagje dat aan de ribben blijft plakken. "Kan je wat broncode doorsturen als bewijs van je kennis van deze en die technologie?" Natuurlijk kan ik dat, en dat laat ik dan ook vol overtuiging blijken. Om kans te maken op de job heb je namelijk drie kwaliteiten nodig. Je moet over voldoende technische achtergrond beschikken, deadlines kunnen nakomen, en gemotiveerd genoeg zijn om het minstens een jaar vol te houden, zonder wettelijke verplichtingen echter. Maar nu ik na een bemoedigend en hoopvol gesprek terug richting station wandel besef ik pas dat ik dergelijke broncode helemaal niet heb... althans niet hier bij mij, ergens ter hoogte van Montpellier aan de Middenlandse Zee, maar dan wel meer dan 5000 kilometer meer naar het westen. Wat nu? Nog vol adrenaline van de gebeurtenissen op deze zonovergoten namiddag tik ik het telefoonnummer van meneer O'Reilly in op de veel te kleine toetsen van mijn GSM-klavier, om de situatie uit te leggen. En net nu, als een duivel uit een doosje, komt mijn goede vriend op de proppen: "Ik kan nu nog iets maken om mijn kennis te bewijzen, maar weet je wat? Ik heb een beter idee. Geef me gewoon een opdracht die voor jou bewijst dat ik over de gevraagde competenties beschik. Ik zorg dat deze klaar is tegen vrijdag 17u, dat laat dan in één adem zien dat ik deadlines kan nakomen. En het feit dat ik daar nu mijn tijd wil instoppen moet dan maar een teken zijn van mijn motivatie. Oh ja, voor ik het vergeet. Hou er wel rekening mee dat ik ondertussen ook op zoek ga naar meubels." Lappe. Mijn grote mond heeft mij daar wel serieus bij de ballen genomen - figuurlijk natuurlijk, voor het letterlijke acht ik mij lang niet lenig genoeg.
Ik heb indruk gemaakt, dat is zeker! Indien mogelijk nog meer met het telefoontje nadien, dan tijdens het interview. Dus ik ga mij amuseren de volgende dagen, even terug de huid in van de programmeur en volgens het principe eet je eigen hondevoer het beste van mezelf geven! En wat met mijn zelfvertrouwen? Ik heb me de laatste weken afgevraagd of je daar ooit te veel kan van hebben... ;)

zondag 22 juni 2008

Terug naar de schoolbanken

Wanneer mijn broer zijn verjaardag dichterbij komt, zit het schooljaar er voor iedereen die er nog iets wil of moet mee te maken hebben, bijna op. Het is altijd zo geweest, en er is niets dat er op wijst dat dit in de nabije toekomst zal veranderen. Juli en augustus zijn de vakantiemaanden bij uitstek, en in het bijzonder voor scholieren en leraars.
Er zijn er natuurlijk altijd die zó graag op de schoolbanken zitten dat ze met plezier in augustus of zo nog eens wilden terugkeren. Ik was niet één van hen. Mijn kwaliteit was het bereiken van het net wel. Mijn ouders noemden het eerder met de hakken over de sloot, maar ik vond dat een positievere benaming meer op zijn plaats was. In '96 was mijn geluk echter opgebruikt en viel de medaille langs de verkeerde kant. Zelfs met 1 punt op 1000 meer dan het jaar voordien mocht ik, beter moest ik, voor meer dan de helft van de vakken opnieuw op de schoolbanken plaats nemen. Daar ging mijn vakantie, daar ging mijn warme zomer.
Ik ontvluchtte zo snel mogelijk mijn ouders richting de camping van Torhout, want ik wist dat daar de laatste tent zou staan waarin ik die zomer zou wakker worden. Voor het eerst in zoveel jaren geen KSA-kamp, geen groentenmacedoine op zaterdag - wie had ooit gedacht dat ik daarnaar zou snakken -, geen hout sprokkelen en geen afsluitend kampvuur met bier, worst en zang. Was me dat een ontnuchtering! Uiteindelijk ben ik nog een weekend naar de Ardennen kunnen trekken en kon ik ondervinden dat ik vooral de sfeer en verhalen mistte, en niet zozeer de macedoine op zaterdag. Maar ik heb die zomer heel veel bijgeleerd. Niet alleen de theorie die ik in juni al onder de knie had moeten hebben, maar veel belangrijker nog het besef dat ik dit nooit meer wilde, nooit meer! Voor elk examen moest en zou ik voorbereid zijn, geen hypotheek meer op mijn rustige en welverdiende zomer. Een levensles waar ik ma en pa nog steeds dankbaar voor ben.
En net nu de schoolgaande jeugd stilaan begint te dromen van die vakantie, net nu ik zopas mijn broer van op afstand een gelukkige verjaardag heb kunnen wensen, net nu heb ik terug de schoolbanken opgezocht en ben ik aan het studeren geslaan. Misschien voor de hele zomer, misschien langer. Alles wat ik kan gebruiken om dit felbegeerde plaatsje op de arbeidsmarkt te veroveren en ik de laatste jaren in mijn achterhoofd had verscholen, wordt terug naar boven gehaald en opgepoetst. De beloning komt er ongetwijfeld, een mooie en lange zomer!

zaterdag 21 juni 2008

Banktransfers

"Mijn baas heeft toch een bankuittreksel nodig, hoor," vertelde zopas een lieve stem aan de andere kant van de lijn me. Eén van de voorwaarden om mijn eigen plekje in de stad te bemachtigen. En een bankuittreksel is natuurlijk niet voldoende, het moet bewijzen dat ik over voldoende geld beschik om de huur van dit plekje voor een volledig jaar te financieren.
Uiteraard wist ik dat dit er zat aan te komen, dus schreef ik vorige donderdag al dit bedrag over van mijn Belgische rekening. Lang leve online banking! Lang leve onze geïnformatiseerde maatschappij! Maar ondertussen ben ik het kwijt, dat geld. Op de bank in België is het niet meer, hier is het nog niet. Waarschijnlijk zit het op een vliegtuig met winglets tussen Zaventem en één of andere luchthaven in de nabije omgeving, wordt het daarna in een beveiligde vrachtwagen geladen en naar het kantoor gevoerd op Yonge Street, waar je rekeningen kan openen tot een half uur voor sluitingstijd. Daar wordt het gescand op authenticiteit en misschien is het dan klaar om op mijn plaatselijke rekening te verschijnen. 2 tot 5 werkdagen! En waar is dat geld ondertussen naartoe? Naar niemandsland? De extreme veiligheidsprocedures, zorgvuldige behandeling van mijn bankbiljetten en de daarmee gepaard gaande doorlooptijd verklaren natuurlijk wel de 30 euro die het mij kost om deze transactie uit te voeren.
Nog geen uittreksel dus, waarvoor het ook moge dienen. Geloven ze nu echt dat het beschikken over een bepaald bedrag vandaag hen zekerheid biedt over een tijdige betaling in de toekomst? Gelukkig begrijpt die zoete stem aan de andere kant mijn verhaal, en wil ze graag nog tot eind volgende week wachten. Laat ons hopen dat de chauffeurs de komende dagen hier niet staken, of ik haal misschien de deadline niet!

donderdag 19 juni 2008

Den draad

Wie Frank Focketyn en Tom Van Dyck niet hilarisch vindt in deze wereldberoemde sketch in Vlaanderen en een stukje van het Noord-Amerikaanse vasteland, mag gerust met een beetje meer humor door het leven gaan. Je maakt het maar mee, een koeërd die uit ui gat komt. De laatste weken voelde ik me echter meer en meer zoals ons Liliane.
Sinds die zeventien uur durende rit, opgesloten in een rugzak en vastgeketend op het dak van een Indische door een vermeende formule-1 piloot bestuurde staatsbus, over bochtige, hobbelige en soms onverharde wegen tussen het aangenaam warme Sikh-heiligdom Amritsar en het barkoude Himalayadorp Manali, is de levensvatbaarheid van mijn laptop zienderogen achteruit gegaan. In het begin kon hij zich nog een uurtje sterk houden, maar de laatste weken lag hij helemaal in coma, constant aan den draad. Wanneer de stroom ook maar één seconde wegviel... tuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuut... duud. Moge hij rusten in vrede. Geen ergere straf voor een draagbare computer - en voor de eigenaar - dan constant beperkt te zijn door de aanwezigheid van een stopcontact en de lengte van... den draad.
Maar gisteren kwam een lieftallige dame van FedEx langs, met een pakketje ongeveer even groot als een gemiddeld gezelschapsspel. Een paar uur later is mijn laptopje gekloond en helemaal klaar voor gebruik. En ik? Ik ben terug mobiel.

Gino de Zakenman

Ik ben niet meer Gino de Belg die probeert zich in Canada te vestigen, niet meer. Ik ben Gino de Zakenman die hier een paar contracten komt zoeken en conferenties komt volgen. Het is nog niet eens een grote leugen. Voor Gino de Belg blijven vele deuren gesloten, of wordt een enkele deur slechts op een kier gezet zodat hij kan zien wat er binnenin gebeurt, maar daarna gaat ze genadeloos weer dicht. Voor Gino de Zakenman echter loopt alles een pak vlotter.
Als je een appartement huurt en het slechts de helft van het jaar betrekt, dan nog is het pakken goedkoper dan een hotelkamer voor de tijd dat je effectief aanwezig bent. Elke huisbaas met een paar economie-gevoelige hersencellen - en van een huisbaas mag je verwachten dat er minstens twee daarvan aanwezig zijn - weet dat. En die begrijpt dan ook dat iemand die regelmatig in het land is voor zaken, beter af is met een half leegstaand appartement, dan met een peperdure hotelkamer. Dus voor Gino de Zakenman gaan wel deuren open, en ze blijven open.
Dundas en Sherbourne, weet je nog? Een paar passen daar vandaan ging gisteren zo een deur open. Op fiets-, wandel-, en zelfs kruipafstand van de belangrijkste plek van de binnenstad bevindt zich binnenkort een deurbel met mijn naam op. 't Is te zeggen, als alle papieren in orde komen... daar gaan we weer. Gelukkig moet Gino de Zakenman niet al te veel papieren tonen, een bewijs van tewerkstelling - dus in mijn geval een brief van de CEO van Xodiac die zegt dat de CEO van Xodiac voor Xodiac werkt -, een identiteitskaart en een rijbewijs zijn voldoende als teken van bestaan. Enkel nog de borg betalen, en daarvoor moet ik nog snel naar de bank, want cash geld wordt niet aanvaard.
Ik kan mijn bankbiljetten omruilen voor een checque, maar slechts voor maximaal 300$, niet voldoende dus voor de eerste en de laatste maand huur. Om een grotere checque te krijgen moet ik een rekening bij diezelfde bank hebben. Wat vorige week nog onmogelijk was voor Gino de Belg, lijkt vandaag allemaal anders. Bankbedienden hebben meestal meer dan een paar economie-gevoelige cellen in hun hersenpan, en zijn dan ook snel te overtuigen met de nuchtere huisvestingsredenering van Gino de Zakenman. Met een geldige reden, een paspoort en identiteitskaart kan ik een rekening openen, "maar je moet wel morgen terugkomen, want het is kwart voor vijf, dus nu openen wij geen rekening meer..." Ze gaan dus niet alleen open die deuren, soms gaan ze ook dicht, als ze voor iedereen dichtgaan, bij sluitingstijd.
Dus vandaag opnieuw de trein op richting Toronto. En ja hoor, ik heb én een bankkaart van Bank Of Montreal, én een optie op een appartementje beet! Even meeduimen dus, en dan kan ik ten laatste op 1 juli een label naast de deurbel plakken met in vette letters Gino de Zakenman.

zondag 15 juni 2008

Zes dagen

Zes dagen rondjes draaien op het houten ovaal van het Kuipke. Het klinkt oersaai als je het zo leest, maar wie er ooit bij was, weet wel beter. Ik was nog jong toen ik voor de eerste keer mijn achterwerk neerplofte op de tribunes in blok H, vergezeld van ma en pa, een paar belegde broodjes en huisgemaakte cake. En al snel dacht ik: “dit wil ik nooit meer missen.” Wanneer ik me realiseerde dat het dit jaar wel eens anders zou kunnen lopen, besefte ik pas de impact van mijn beslissing om het westen op te zoeken. “Go West!”, de Pet Shop Boys achterna.
Vorig jaar in november volgde ik BootCamp, een opleiding in team dynamica die ik mij nog heel erg lang zal herinneren, mijn beide ouders ook, trouwens. Zonder BootCamp was er namelijk geen Allison, zonder BootCamp geen reis naar India, geen onmiddellijk vertrek naar Canada, en zeker al geen Gino versie 2, althans nu nog niet. De opleiding heeft een andere impact op elk van de deelnemers, en brengt in iemand naar boven wat die écht wil. Blijkbaar stond dit avontuur in mijn theeblaadjes te lezen.
In het bedrijfsplan voor Xodiac staat al sinds 2004 dat ik actief zal deelnemen aan seminaries en presentaties. Maar pas naar het einde toe van vorig jaar diende ik voor het eerst een sessie in, niet toevallig voor Agile 2008 in Toronto, de grootstad waar ik momenteel een plaatsje op de arbeidsmarkt probeer te veroveren. Ook dat is een rechtstreeks gevolg van BootCamp. De sessie werd uiteindelijk niet aanvaard, maar voor mij was de stap gezet. Gisteren diende ik hetzelfde voorstel in voor XPDays Benelux. En terwijl ze het zich hier nog serieus gaan beklagen dat ze de kans om mijn allereerste optreden te mogen hosten - en mee geschiedenis te schrijven - voorgoed aan zich lieten voorbij gaan, kan XPDays Benelux nu met die twijfelachtige eer gaan lopen ;) 20 en 21 november 2008, dan zijn het terug extreme hoogdagen in de lage landen, dit keer in Eindhoven, en ik ben vastberaden om er weer aanwezig te zijn, als spreker deze keer!
En wanneer vallen de Gentse Zesdaagse dit jaar? Wanneer zou ik met broer en ouders langs de balustrade vol spanning zitten wachten tot Iljo Keisse de rest van het deelnemersveld op een ronde rijdt? Welke datum staat op de laatste 7 kaarten van de eerste rij in blok H, die ik net voor mijn vlucht naar Toronto te pakken kreeg? Vrijdag 21 november. Een blitzbezoek naar de lage landen is bij deze gepland, en het programma zit tjokvol!

vrijdag 13 juni 2008

Een nieuwe aanwinst

Elke dag een stapje dichter bij totale vrijheid! Was dat niet iets wat ik in het verleden al eens over mijn lippen liet rollen? Wel, ook vandaag heb ik zo een stapje gezet! Lang heb ik het alleszins niet uitgehouden zonder een tweewieler onder mijn kont, en hier heb ik de perfecte metgezel gevonden om Yonge Street volledig af te bollen!
Aanschouw mijn nieuwe metgezel!

Sherbourne en Dundas

Als ik dat zeg, dan weet iedereen hier waar ik misschien vanaf morgen intrek neem, althans iedereen die Sherbourne kent. Want Dundas, geen ziel die Toronto ooit is binnengewandeld zal zich Dundas Square niet herinneren, het kloppende hart van de moderne stad dat gerust de vergelijking met Piccadilly Circus of zelfs het beroemde Times Square kan doorstaan. Anderen kennen het misschien van het Hard Rock Cafe, of van het Eaton Centre, dé shopping mall van downtown Toronto. Maar wie hier ooit is geweest en een stukje van de schoenzolen heeft achtergelaten op de langste straat ter wereld, herinnert zich waarschijnlijk ook dat eens je in een bepaalde weg bent aangekomen, je soms nog een heel eind hebt te gaan alvorens je de eindbestemming hebt bereikt. Ook al is Dundas ietsie pietsie korter dan de 1896 km lange Yonge Street, je kan er 70 km naar het juiste huisnummer zoeken... Maar dit appartement waarvoor ik morgen misschien een huurcontract onderteken, ligt volgens Google maps op precies 800 meter ten oosten van Dundas Square: "Right in the middle of fucking downtown!"
Waarom ben ik dan nog niet zeker? Laat me even alle plus en minpunten op een rijtje zetten...
Plus:
  • Locatie
  • Huurprijs
  • Bemeubeld
  • Korte termijn contract, 6 maanden dus
  • Geen vicieuse paperassenwinkel
En nu min:
  • Klein, ik denk dat de grootte van het appartement ongeveer overeenkomt met mijn bureau in Heusden, keuken en badkamer incluis ;)
  • Huisregel nummer één: Bezoekers zijn niet toegelaten na 23u. Bezoekers te slapen leggen is niet toegestaan. Alle bezoekers moeten weg zijn tegen middernacht. De huurder is op elk moment verantwoordelijk voor zijn bezoekers.
Wablieft?!
Ik had mezelf nog deze avond de tijd gegeven om hier over na te denken en dacht bij mezelf: "Zet het denkproces gewoon op papier, het is tenslotte daarvoor dat je een blog bent gestart." En terwijl ik deze huisregel nummer één hier neerpen, krijg ik de kriebels over heel mijn 32-jarige lijf. Geen kriebels die je doen spinnen als een kat, maar eerder van de soort die je bekruipen wanneer je voor het eerst een levensechte zombie tegen het lijf loopt. Wil ik dit wel? Heb ik 7000 kilometer gereisd om mij te laten bepamperen door een huisbaas? Heb ik sinds de vroedvrouw - klink correct, al kan het ook een man zijn geweest - de navelstreng doorknipte, elke dag gevochten voor een beetje meer zelfstandigheid om nu op mijn vingers te worden getikt als ik 's avonds laat nog iemand op mijn kamer wil dulden? Ik dacht het niet. Niet dat ik zo maar onmiddellijk een gelegenheid voor de dag kan toveren om iemand mee te vragen naar mijn kamer, maar het idee alleen al dat ik niet over de vrijheid beschik om dat te doen... BWEEEUUURK!
Wedstrijd over. Appartement - vrijheid: 0 - 1!

maandag 9 juni 2008

Gen 2:2 ...heeft Hij gerust op den zevende dag van al Zijn werk...

Zelfs voor ongelovigen zoals ik is een rustdag een welgekomen geschenk, vooral bij een aangenaam briesje, 32 graden celcius, de geur van worst op de barbeque en de koelte van het zwembad naast de picknicktafel. En als ik mij niet vergis - of eerder, als de website waar ik het heb gevonden zich niet vergist -, werden volgens het scheppingsverhaal pas daarna Adam en Eva op de wereldbol gezet. Wie of wat er ook voor heeft gezorgd dat wij hier rondlopen, er is werk gemaakt van de diversiteit onder onze gelederen.
Op de barbeque/zwembad namiddag bij mijn gastvrouw waren maar liefst 7 verschillende talen vertegenwoordigd, en evenveel nationaliteiten. Lets, Frans, Pools, Tsjechisch, Vlaams, Hindi en Engels. Indien ook Allison's broer en zijn toekomstige echtgenote vrij waren geweest, kon ik ook Italiaans aan het lijstje toevoegen. Schitterend toch, al deze culturen samen aan dezelfde grote tafel!
Toronto is echt wel een mengelmoes van alle soorten culturen, en dat maakt het zo schitterend. Chinatown, Little Italy, noem maar op. Met een beetje moeite vind ik misschien nog wel een Vlaamse wijk met een echte Vlaamse kermis, pakken friet en pinten bier! Wedden dat die er is?

zaterdag 7 juni 2008

1 op 2

De nationale vlag is twee keer zo breed als ze hoog is. Volgens de theorie van de gulden snede is dit niet onmiddellijk de meest sexy verhouding, maar op één of andere manier lukt het bij de Canadese vlag wel. Ook de inkleuring van de vlag gebeurt op een gelijkaardige manier. En dat dit allemaal geen toeval is bewijst het formaat van de krant: 1 op 2. Ik weet het nu wel zeker, de Canadezen hebben iets met die verhouding.
Nu denk ik niet dat de meeste mensen weten wat de afmetingen zijn van hun nationale trots, ook al loopt iedereen hier in de buurt er mee te koop. Aan bijna elk huis buiten downtown Toronto kan je de vlag zien waaien, of is ze ergens afgebeeld in de nabije omgeving van de deurbel. Alsof men in navolging van Michael Moore's Bowling for Columbine wil zeggen dat je hier in Canada bent, en niet in de VS, en dat je niet hoeft aan te bellen, want de deur staat open. En inderdaad, die deur staat open... zolang iemand thuis is.
Maar er zijn niet veel van deze afbeeldingen die de verhouding van 1 op 2 respecteren. Hoe kan het dat mensen die zo trots zijn op hun land dat ze zonder aanleiding hun woonst willen tooien met de nationale vlag, deze niet echt kennen?
Volgens de Lonely Planet beschrijven Torontonianen zich vooral door te benadrukken wat ze niet zijn. Ze zijn geen inwoners van de VS, ze zijn geen Quebeqois, ze zijn niet van Montreal. Bij uitbreiding doen Canadezen over het algemeen hetzelfde. Ik heb niet het gevoel dat ze dermate trots zijn op hun land dat ze perse elke morgen de groet aan de vlag willen brengen. Ik ben ook nog geen enkele morgen met trompetgeschal wakker geworden. Maar geen van hen wil geassocieerd worden met de VS, dat is duidelijk.
1 op 2 is ook de verhouding tussen het schijnbaar intellect van de Canadezen. Ofwel lijken ze erg intelligente wezens, ofwel lijken ze eerder op de stereotype Bush-stemmer. Niets tussenin. Wanneer ik eergisteren de weg vroeg richting zone D, keek een gewichtige dame op het portiek me aan alsof ik recht uit een science-fiction film kwam en in de straten van Bramelea was verdwaald. Precies 3 dagen was ik in het land, en ik wist dat Bramelea is onderverdeeld in sectoren waarin alle straatnamen dezelfde beginletter hebben. Precies 3 dagen eerder had ik de poorten van de luchthaven van Toronto voor het eerst achter mij dicht geslaan, en ik kwam Ma Flodder - want daar leek ze wel wat op - vertellen dat zij in zone A woonde. Meer nog, ik wist ondertussen dat de helft van het electriciteitsnet van Bramelea met aluminium is bedraad. En het enige wat zij mij kon zeggen was: "Ik weet dat ik in Avondale Boulevard woon, en dat is alles wat ik moet weten". Ik kon zowaar een Texaans accent waarnemen.

donderdag 5 juni 2008

Gelijkenissen en verschillen

Ik logeer voorlopig nog bij Allison, een vriendin, ze woont in Brampton. Aangezien ze steeds opnieuw zegt dat ze in Toronto woont, dacht ik dat Brampton een dorpje was net buiten Toronto, net zoals Destelbergen een dorpje is net buiten Gent. Ondertussen weet ik beter. Brampton staat ten opzichte van Toronto zoals Gent staat ten opzichte van Brussel. Eigenlijk woont ze zelfs niet in Brampton, maar in Bramelea, en die staan ten opzichte van elkaar zoals Gent staat ten opzichte van Heusden. En om de vergelijking nog een beetje sluitender te maken, Toronto staat ten opzichte van Canada zoals Brussel staat ten opzichte van België. Eigenlijk ben ik dus gewoon van Heusden naar Brussel getrokken ;)
Enkele cijfers:
  • Afstand Brampton - Toronto: 45 km
  • Inwoners Canada: 33 miljoen
  • Inwoners België: 10 miljoen
  • Inwoners Toronto: 2,5 miljoen
  • Inwoners Brussel: 1 miljoen
  • Inwoners Brampton: 0,5 miljoen
  • Inwoners Gent: 0,3 miljoen
Maar er is wel een groot verschil tussen Brampton en Gent... In Brampton in geen rotte sjiek te beleven! Dus voorlopig trein ik bijna dagelijks naar Toronto, op zoek naar vanalles en nog wat.
Toen ik hier dinsdag aankwam stond mijn strategie vast. Eerst een bankrekening, dan een appartement, en dan een job. Op die manier zou ik het snelst mijn volledige zelfstandigheid bereiken, en kon ik eraan beginnen.
Dus eerst naar de bank. Anders dan in België is het in Canada belangrijk welke bank je geld beheert. Als je aan een geldautomaat van een andere bank flappen tapt, dan betaal je extra kosten. Dus ging ik maar op zoek naar één van de nationale banken, die zonder pardon overal in het land - en ook overal in Toronto - filialen heeft. Een bankrekening openen kan niet moeilijk zijn, je gaat naar het loket, je vult een paar papieren in, en je zorgt dat je een startbedrag op de rekening kan zetten. Slechts 2 documenten zijn nodig, een fluitje van een cent! Eén, een identificatiebewijs, internationaal paspoort, voila! Nu nog snel het tweede documentje te voorschijn toveren, een bewijs van Canadian citizenship, zijnde één of ander officieel documentje met een esdoornblaadje op (identiteitskaart, rijbewijs, werkvergunning of dergelijke)... Hmmm, dat wordt iets moeilijker. Het is dus niet echt eenvoudig om zomaar een bankrekening te openen. Maar van zodra iemand voor mijn diensten wil betalen - wat die ook mogen zijn -, en ik een werkvergunning krijg, is dat probleem van de baan.
Laat ons dus maar onmiddellijk aan taak nummer twee beginnen, de jacht op een appartement. Kan ook niet moeilijk zijn, gewoon gaan kijken en geld op tafel werpen, en de rest komt vanzelf. Er zijn slechts 3 documenten nodig, kan niet moeilijk zijn. Eén, een identificatiebewijs, internationaal paspoort, voila! Twee, attest van de bank om te laten zien dat je geld hebt, en drie, brief van de werkgever om te bewijzen dat je geld blijft hebben... De slimmerikken onder jullie hebben het dus al door. Eerst werk!
Er is natuurlijk nog een ander pad. Gewoon even een briefje sturen naar de Canadese ambassade - voor de Belgen onder ons is dat die in Parijs - met de expliciete vraag om te immigreren, en een beetje centjes storten op de juiste rekening en klaar is kees. Nog een interview achteraf om te zien of je de landstalen wel voldoende beheerst en je ook op andere vlakken voldoende kans op slagen hebt en je krijgt normaal gezien wel een permanent resident card. En net vandaag, net nu ik 3 dagen in het land van eskimo's, esdoorn siroop en wat nog allemaal zit, krijg ik van mijn pa een email dat dit bewuste document na 3,5 maanden uiteindelijk op de ambassade in Parijs is terecht gekomen... met de expliciete vermelding dat het nog niet verwerkt is...
Mijn missie is dus duidelijk: eerst werk!

dinsdag 3 juni 2008

Het vliegtuig is altijd een beetje reizen...

Het is uiteindelijk zover. Dit is mijn eerste verslagje van over de grote rivier... De stalen vogel waarmee ik ze overgestoken ben was er eentje getooid met een vereenvoudigd design van de Stars and Stripes, vereenvoudigd, geen stars dus, en het aantal kleuren was ook drastisch verminderd, met de volle 33%! US Airways heet de maatschappij. Ik had trouwens de indruk dat ze niet enkel hun nationale vlag vereenvoudigen, ook de service is een simpelere uitvoering dan ik tot nog toe gewoon ben gemaakt. Geen overtollige vriendelijkheid, bijvoorbeeld, althans niet op de eerste vlucht. Geen overdaad aan gratis drankjes aan boord. Geen airconditioning tijdens de tweede vlucht. En uiteindelijk ook geen vlekkeloos bagage transport tot mijn bestemming... Maar verder geen klachten, ze brachten me van Brussel tot Philadelphia, en van daaruit naar mijn vermeende Eden van het noorden ;)
Tijdens mijn ruim 8 uur durende verpozing op zitje 26F kreeg ik alle tijd om de loszittende schroeven van de rechtervleugel te tellen. Geen. Maar er is wel iets anders aan die rechtervleugel dat mij constant bezig hield. Elke kubieke centimeter van een vliegtuig is benut of heeft of zijn minst een reden van bestaan. De zittingen van de Boeing 757 bijvoorbeeld die mij over het water bracht, doen ook dienst als drijfkussens. Vooral nuttig bij een ongeval boven water, veronderstel ik, al stond dat niet expliciet vermeld. Elke schroef belast de andere schroeven een beetje minder. Er is geen maaltijd te veel mee aan boord, zodat de rijen achter mij geen keuze hadden, het was lasagna, want de kip was al lang door de passagiers vóór hen verorberd. Ik had dit type vliegtuig al eerder gezien, of alleszins een type met dezelfde eigenaardigheid, maar het is pas nu dat ik stilstond bij het nut ervan.
Ik herinner mij nog ergens vorig jaar een medepassagier de werking van een vleugel uit te leggen, je weet wel, het ontstaan van opwaardse druk door de opstapeling van lucht onder de vleugel. Dus ik denk dat ik een beetje weet waarom een vleugel is wat hij is, en toch blijft het volgende voor mij een raadsel. Kan iemand mij uitleggen wat het nut is van een opstaande vin aan het einde van de vleugel? Ze genereert volgens mij geen opwaardse druk. De staartvin heeft een flap, die mee beweegt wanneer het vliegtuig een draai maakt, maar deze opstaande vinnen hebben die niet, het zijn dus gewoon opstaande vinnen. Dat ook hier een vereenvoudigde versie werd gebruikt, dat de hangars waar deze vliegtuigen worden geparkeerd net iets te klein zijn gebouwd of dat bij het ontwerpen van vliegtuigen design zonder meerwaarde zijn intrede heeft gedaan - want geef toe, zo een opstaande vin is wel sexy -, heb ik al snel als mogelijke verklaring gewraakt. De enige plausibele verklaring die in mij opkomt is evenwicht, maar waarom hebben de andere vliegtuigen die dan ook niet?
Ik vrees dat ik nog even met dit raadsel opgescheept blijf. Waarschijnlijk slechts tot een andere indruk zich van mij meester maakt. Het leven op luchthavens is dan ook lang niet zo boeiend als in menig reality programma wordt voorgesteld... Al was het volgen van de drama's en interviews tijdens de twee uur lange wachtrij aan de immigratiedienst in Toronto wel de moeite waard.

zondag 1 juni 2008

Raar

Ik heb hier zo lang naar uitgekeken, ik zeg al ruim 2 weken dat ik liefst al onmiddellijk was vertrokken. En toch, nu het moment is aangebroken, mijn kleerkast is leeggemaakt, een koffer en rugzak klaar staat met waarschijnlijk nog veel te veel misbaar materiaal, ik wordt er even stil van. Niet alleen is het niet aan te raden 's nachts om half 2 in een appartementsgebouw nog veel kabaal te maken, ik ben zowaar onder de indruk van het moment.
Ze staat in de gang, mijn bagage, in totaal minder dan 40 kg. Maar het meest waardevolle dat ik meeneem op mijn avontuur is op de weegschaal niet te meten. De herinnering aan jullie die mij zaterdag kwamen uitwuiven, of die wel wilden, maar er niet geraakten... laat mij morgen vertrekken met enkel die herinneringen en ik heb alles wat ik nodig heb om te slagen!
Nen dikke merci en zonder pardon, tot later!