donderdag 13 november 2008

Herdenken

Als kind was ik ervan overtuigd dat we op 11 november een dagje vrij kregen om ons nieuwe speelgoed uit te proberen. Ik ben namelijk opgegroeid in Lede bij Aalst, en het is een publiek geheim dat daar de echte Sint langs komt, hij doet dit niet op 6 december, maar bijna een volledige maand vroeger. Sint-Maarten is een uiterst wijze, maar oude man, en hij kan dus onmogelijk in één nacht alle daken van België, laat staan van de wereld, beklimmen om al dat lekkers en speelgoed in de schouw te laten zakken. Hij heeft zijn werkdomein noodgedwongen beperkt tot de streek rond Aalst - en nog ergens een uithoek van het land, als ik mij niet vergis. Een horde helpers zorgt ervoor dat iedereen op 6 december dezelfde behandeling krijgt. Maar, zoals ik al schreef, de enige echte komt langs op 11 november, ik vond het dus maar normaal dat de schooldirecteur die dag de kindjes verlof gunt.
Pas vele jaren later besefte ik dat op deze dag ook de wapenstilstand tijdens de eerste wereldoorlog wordt aangehaald voor de herdenking van alle oorlogsslachtoffers en soldaten die hun land dienden, en ook nu nog hun families achterlaten om dit te doen. Als lid van het Engelse Gemenebest werd Canada betrokken bij de eerste wereldoorlog, de talrijke oorlogsgraven in de westhoek getuigen daar vandaag nog steeds van, de duizenden namen van nog altijd vermiste soldaten op de Menenpoort in Ieper worden jaarlijks gelezen door velen van hun landgenoten.
Voor het eerst kreeg ik een glimp te zien van de diepe wonden die beide wereldoorlogen in de Canadese zielen heeft geslaan, wanneer ik vorig jaar met Allison een aantal van die oorlogsmonumenten bezocht. Ik stond versteld van haar kennis, interesse en betrokkenheid. En sinds ik hier woon, en tal van mensen me aanspreken over wat er tijdens de oorlogen is gebeurd, weet ik dat dit medeleven in iedereen aanwezig is. En elkeen is zich bewust van de ernst van de gebeurtenissen, mijn inziens meer dan de gemiddelde Vlaming.
Maar wat ligt precies aan de basis van deze betrokkenheid, waarom zijn deze mensen ook vandaag nog zo onder de indruk van wat zich 90 jaar terug terug op meer dan 5000 km van hun bed afspeelde? Het antwoord is te vinden in de film Passchendaele - in het Engels als passion-dale uitgesproken -, die deze zomer tijdens het filmfestival werd voorgesteld. De slag om Passendale was een onderdeel van de derde slag om Ieper tijdens de eerste wereldoorlog, en wordt in Engelstalige literatuur als één van de belangrijkste gebeurtenissen van die oorlog beschouwd. Zelfs de metal band Iron Maiden heeft er een nummer aan gewijd. Maar Passchendaele was voor Canada veel meer dan een veldslag in een afschuwelijke oorlog. Het was de eerste keer dat het als onafhankelijke natie, los van het Britse Koninkrijk, zijn rol opeiste in de wereldpolitiek. Het was als het ware de sluitsteen van de staat. Canada startte de oorlog onder de Britse kroon, en verliet hem als een onafhankelijke natie.
Geen wonder dat naar deze gebeurtenissen wordt gerefereerd in het nationale volkslied O Canada, geen wonder dat voor het oude stadhuis van Toronto een oorlogsmonument aan deze slag herinnert. Geen wonder dat precies daar een paar duizend mensen de barre koude trotseerden op de elfde dag van de elfde maand, gesaluteerd door een passage van militaire vliegtuigen om precies elf over elf. Jong en oud, militair en burger, blank en zwart, allemaal getooid met een poppy, een symbool herinnerend aan de Vlaamse velden, beschreven in In Flanders Fields, een gedicht dat de Canadese Luitenant Kolonel John McCrae neerpende in de loopgraven. Hij zou de oorlog nooit levend verlaten. Het gedicht is waarschijnlijk het bekendste oorlogsgedicht ooit, en staat gegraveerd aan de ingang van de Pax poort in Diksmuide. Talrijke Vlaamse dichters hebben het vertaald, net als Tom Lanoye.

In Vlaamse velden (Tom Lanoye, 2000)
In Vlaamse velden klappen rozen open
Tussen witte kruisjes, rij op rij,
Die onze plaats hier merken, wijl in 't zwerk
De leeuweriken fluitend werken, onverhoord
Verstomd door het gebulder op de grond.
Wij zijn de doden. Zo-even leefden wij.
Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken.
Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij
In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust.
Toe: trekt gij ons krakeel aan met de vijand.
Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel.
Houd hem hoog. Weest gij de helden. Laat de doden
Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch
Vrede - ook al klappen zoveel rozen open
In zovele Vlaamse velden.

Geen opmerkingen: