zondag 16 november 2008

Afkomst

De Art Gallery of Ontario was lange tijd gesloten omwille van werken, en vrijdag was uiteindelijk de langverwachte grote opening. Het hele weekend kon je gratis de immense gallerij betreden en voor de gelegenheid was het sluitingsuur verlaat tot middernacht. Aangezien ik ondertussen terug in België ben - ook al heb ik dit artikel op Canadese bodem geschreven -, kon ik niet anders dan vrijdagavond een kijkje gaan nemen in dit prachtige gebouw, op slechts een dikke kilometer van mijn appartementje in Toronto. Al een paar weken geleden had ik met Allison afgesproken, dus gisteren tegen 7u 's avonds zagen we elkaar op de hoek van Dundas en University Street.
Wanneer we echter langs de voorkant van het gebouw liepen en op zoek waren naar het achterste van de lijn geïnteresseerde wachtenden, kon ik mijn ogen bijna niet geloven. Niet om de hoek, niet achter de tenten die waren bedoeld om geduldige bezoekers te beschermen tegen de regen, niet achter de eerste honderd meter, maar ruim een blok verder, ruim 400 meter verder - volgens Google maps was de rij iets over 440 meter lang - stond de laatste in de rij te wachten! In termen van lengte was dit waarschijnlijk de langste die ik ooit heb gezien, al kwam de check-in rij in Mumbai luchthaven op 2 mei dit jaar enorm dicht in de buurt. Maar de verhouding lengte van de rij over het geduld waarmee de wachtenden die rij te lijf gingen had ik zelfs in mijn stoutste dromen niet voor mogelijk geacht. Ik stond sprakeloos wanneer Allison zonder morren achteraan plaats nam, wel-is-waar met een lichte glimlach op het aangezicht omwille van de belachelijke afstand die we al aanschuivend zouden moeten volmaken. Fascinerend was het!
Terwijl wij al richting ingang van de gallerij aan het kruipen waren, zagen we nog steeds mensen passeren op zoek naar het enige plaatsje om in te schuiven, achteraan. Ik maakte Allison mijn ongeloof duidelijk en verwees naar het feit dat in België met absolute zekerheid tal van mensen in het midden van de rij zouden proberen infiltreren, en het gemor de algemene gemoedstoestand zou kelderen. En plots besefte ik: Canada heeft dit geërfd van de Britten.
Ik herinner mij nog steeds de introductie die we kregen bij de voorbereiding van onze Londen-reis in de vierde humaniora. "Als je een bus of een metro wil opstappen, ga dan naast de deuren staan en laat de mensen eerst uitstappen alvorens je zelf probeert op te stappen." Nu lijkt het mij vanzelfsprekend, maar ik weet goed dat slechts dan tot mij doordrong dat dit toen in België helemaal geen gewoonte was. 
We kwamen tot de constatatie dat culturele erfenis een verschrikkelijk bizar gegeven is. Enerzijds oefent de Britse kroon nog steeds een invloed uit, maar anderzijds woont het overgrote merendeel van de Canadezen op slechts een paar uur rijden van de grens met hun zuiderburen, en verwacht je in alles een veel grotere invloed van de Verenigde Staten dan van gelijk welk ander volk. In eetcultuur, financiën, taal en op tal van andere vlakken is deze Amerikaanse invloed absoluut aanwezig, maar als het op hoffelijkheid en oplijnbaarheid aankomt, is een doorsnee Canadees een blauwdruk van een equivalent in Groot-Brittanië.
Niet alleen bij een gratis openingsavond van een gallerij, maar ook op uitgaansnachten is aanschuiven één van de verplichte activiteiten wanneer je een pint wil gaan drinken in een populaire pub. Terwijl ik zelfs geen seconde wil overwegen om in een rij te gaan staan voor een plaatsje aan de bar, kan je op tal van plaatsen lange rijen mensen zien die goedgemutst langs de kant van het trottoir wachten tot wanneer de buitenwipper vindt dat er plaats genoeg is voor nieuw volk. In de metro waan je je bijna in Londen, en op de snelweg zal je zelden auto's tegen hoge snelheid zien bumperen
En terwijl ik dit hier schrijf zie ik mensen aanschuiven om hun plaatsje op het vliegtuig in te nemen. Ik laat het aan mij voorbij gaan. 35a is het nummer van de zetel met mijn naam op, en die zal er binnen 15 minuutjes ook nog zijn.

Geen opmerkingen: